laatste update : 27 februari 2022
oorlog in de oekraine – 4 – wachters van de glasnost – glasnost of de mobiel ? [new]
oorlog in de oekraine – 4 – wachters van de glasnost – glasnost of de mobiel ?
Diep in de Russische bossen dansen de dwergen van Sneeuwwitje om de glasnost steen. Dat is een steen van ontmaskering, ontbloting, openbaring, openheid. Het is als een sprookje, beeldspraak natuurlijk, maar kent u de geestelijke wereld ? Dit komt allemaal verkeerd door de lens. Er liggen lenzen tussen de landen, tussen de planeten, en ook tussen de mensen. Dit zijn prisma’s die alles verdraaien, en daarom is het schijnbaar oorlog. Ken je het Plumares mysterie al ? We hebben erover geschreven in het gelijknamige boek. Ken je de lenzologie al ? De SNIJPEL-lens ligt tussen Rusland en alle andere landen in. Het omgeeft Rusland, en het verdraait informatie, en zo komt alles verkeerd door de lens.
De glasnost steen is de hemelse steen van openbaring, ontbloting ook. De dwergen van Sneeuwwitje hebben het gevonden en dansen er omheen. Ze hebben het gevonden in hun mijnenwerk, diep in de bossen van Rusland. Het is een doorzichtige, wonderlijke steen. Kent u bijvoorbeeld deze woorden die ik in de hemel heb gehoord ? Sexuïtie (vgl. intuïtie) en Sexpiratie (vgl. inspiratie). Wat betekent het ? Sexuïtie is allereerst een alarm zodat je niet met vuile stromen van wereldse sex wordt meegesleurd. Wat hebben de mensen er iets vies en smerigs van gemaakt, he. Maar oorspronkelijk betekent het : intimiteit met de kennis, terwijl wat we in de wereld zien is intimiteit met de domheid, ten gevolge van de intimiteit met zonde en het vlees. Walgelijk is de sexualiteit van de aarde, zo plat, zo bedorven, en de mens gaat erdoor met pensioen. Het vleselijke vindt het allemaal heerlijk, maar het geestelijke vindt het walgelijk. Door Sexuïtie, intimiteit met de gnosis, kunnen de lenzen weer gezuiverd worden, en kan men tot de hogere lenzen gaan, tot de glasnost. Waarom trekt Rusland de aandacht ? Juist hiervoor, maar het kwam verkeerd door de lenzen.
Laat je opnemen in de glasnost steen. Werk eraan. Ga terug naar de mijnen. De dwergen zingen een lied. Kun je het verstaan ? Heb je oren die kunnen horen ? Of ben je bedrogen door de lenzen der wereld ? Ken je de lenzologie ? De glasnost is een steen. Het reageert niet, maar het reflecteert, dus het hangt allemaal van jezelf af hoe de steen het reflecteert, net zoals bij een spiegel. Allerlei lenzen buigen het af. Daarom moet je klaarkomen met het lenzenmysterie. Deze lenzen liggen overal om ons heen. De oorlog wijst dus terug op wat diepers dat gaande is, op diepere kennis. Er ligt een ijzeren gordijn omheen. Zie daar maar eens doorheen te komen. Heb je de waarheid lief ? Heb je intimiteit met haar ? Zie maar eens langs de grenswachters heen te komen. Ze laten je niet zomaar door. Of ben je slechts een stalker van de gnosis ? Wil je gewoon iets gappen, iets roven ? Om er daarna mee weg te hollen en er een marktje van te maken in de wereld ? De dwergen van Sneeuwwitje geven niet zomaar hun geheim prijs. Velen hebben de gnosis misbruikt, haar verkracht. Stalkers zijn het. Ergens stopt het en gaan de poorten dicht. De lenzen zijn gevangenissen. Zie er maar eens door te komen. Alleen met de lenzologie kom je er doorheen, want het is een gevaarlijk labyrint om de glasnost te bewaken en te bewaren.
De beer heeft toegeslagen, Rusland heeft toegeslagen : Oorlog in de Oekraine, en men weet niet wat het is. Men kan er niet doorheen prikken. De beer is door de SNIJPEL-lens gekomen, het schermpje van de mobiel, waar de vleselijken aan verslaafd zijn. Een gif druipt van het scherm, als een slaapdrank. Het houdt de mens weg, ver weg, van de glasnost. Ze zijn zwaar aan de drank van de hen toejuichende menigte, en vinden het wel goed zo. De meerderheid heeft immers hun goedkeuring gegeven, en de meerderheid is god. Wat is de SNIJPEL-lens ? De mobiel, mensen, de mobiel, en die vervormt zich tot auto’s, om de lagere aardse gewesten te bedriegen en mee te zuigen. Het is geen tijd om met dure kleding rond te lopen, geen tijd om peperdure reisjes te maken, als grote delen van de wereld in honger of oorlog zijn. Dat kan echt niet. Daar klopt niks van. Het is een wereld in een duivelse lens, en het lacht je uit. Het drijft de spot met je. Het is een wachter van de glasnost. Je komt er niet zomaar doorheen. Je hebt te diep in het glaasje gekeken.
Och, die lieve dwergen. Ze zorgen zo goed voor hun prinsesje, Sneeuwwitje. Met de glasnost steen kunnen ze haar genezen. Ze was zo hard aangevallen door een heks, de valse koningin. ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is het mooiste in het hele land ?’ Daar ging alles om. Ze wilden de grootste wezen, de eersten, de sterksten, de machtigsten, de aanzienlijksten, niet de minste. Alleen de hemelse Sexuïtie weet wat ware schoonheid is, en zij geeft Sexpiratie om een nieuwe wereld te bouwen. Wees maar creatief, wees maar uniek. De dwergen zijn een beeld van de minste willen zijn, weer kind worden, een stapje terug doen, om af te rekenen met alle dwaze overmaat.
Mobiel ? Mobiel ? Nee, het is debiel. Het schermpje van de debielen. Een debielenschermpje waarop je kan zien hoe het niet moet, en hoe je er toch ingezogen wordt. Het prisma van de heks, de debielensteen voor alle domkoppen die idioten volgen. Dat is wat het is. Doe maar eens onderzoek over wat de mobiel eigenlijk is. Een schofterige wereld heeft het gebouwd. Voer oorlog tegen microgolf vervuiling. Het verandert het brein van de mens, en zuigt het diep mee in de lens. Zo worden de onoplettenden geflest. Geflest ben je, geflest, en je weet het. Nu is het zaak om uit de fles te komen. Maar hoe doe je dat ? Juist daarom, juist daarom, trekt Rusland de aandacht. Wie oren heeft die hore. Geef jezelf maar eens bij wijze van spreke een klap in het gezicht, en zeg tegen jezelf : ‘En nu moet je eens ontwaken.’
teveel hemel – hoe diep is je liefde ?
De wilde jongens zijn natuurlijk een archetype, en de onderlinge wilde jongens zijn ook weer archetypes. We volgen dan de lijnen van Barrie tot Burroughs, en verder natuurlijk, want in de tachtiger jaren kwam de cyberpunk sf opzetten. In het verhaal ‘de 400-jongens’ van Marc Laidlaw is een van de wilde jongens genaamd Huilebalk, een belangrijk archetype waar we het veel over hebben gehad. Heb je wel eerst genoeg over degenen geweend voordat je een oordeel over hen maakte ? Heb je ze genoeg de kans gegeven ?
In het verhaal worden de wilde jongens binnenste buiten gekeerd (inside out), en moeten ze ook krimpen, wat heel belangrijk is, want opgeblazenheid leidt tot de dood.
Als het rigil kent vlees tot steen is geworden in de pleiaden, dan is er ook nog een naoogst in andromeda waar dit wordt uitgewerkt, en de vleselijke mens leeft dan in een drugswaan in zijn steen, op weg naar het verderf. Dat is een bourgondisch leven, een ego-trip. Stolen cars heading for the crash, fake safety in the stone. Dat is de dark side van andromeda : fake fertility.
Zij gaan ook ‘beyond’ alle dingen, maar dan vanuit onverschilligheid. Ze laten alles achter, verbranden alle schepen achter zich, als vleselijke vogels, van andromeda. Het zijn punkfiguren, rebellerend naar de natuur, maar ze hebben hun eigen natuur. Denk niet dat het zomaar boeren zijn. Het zijn punkers. Ze lopen rond en slingeren met hun kettingen. Ze zijn van de stad. Alles gaat in hokken. Dat is de dark side van andromeda, het stadse deel, met de grote wolkenkrabbers en allerlei punk straatbendes die de boel terroriseren, hackers. Dat is wat cyberpunk is, en er is goede en slechte, net zoals in de theopunk.
Er vloeide een rood spul uit de harten van hen op de dark side van andromeda, in een droom. Ik mocht het spul niet aanraken. Ze hadden hun kruis afgelegd en een eigen kruis gemaakt, hun eigen limieten, hun eigen regels. Ze waren verwaand en eigengereid.
Huilebalk is een belangrijk archetype in de wilde jongens. De psalmist weende ook veel, en het had een bedoeling. Bij elke stap die de wilde jongens zetten worden ze kleiner, terwijl mannen van het vlees bij elke stap die ze zetten groter worden, want ze willen pronken. Waarmee willen ze pronken ? Met zichzelf, met waardeloze, ijdele dingen : stropdas, rijkdom, bling bling, carriere, status, allerlei opgeblazenheid in allerlei vormen en maten. Macht willen ze, eer en rijkdom, allemaal drugs van het vlees, allemaal tijdelijk. In andromeda knappen ze ergens af, en dan stort alles naar beneden. Dan is het jointje op. Dan is de trip voorbij. Ze zijn aan het flippen, flippen. En dan is er de kater, of helemaal geen kater meer en zijn ze al weg. Punkers aan de drugs, met machtsfantasieen en geweldsfantasieen, grote dikke vette psychoses, en voor wat ? ‘Niemand zal meer teveel hemel hebben,’ zongen de beegees. Want het zal hoog als een berg zijn, en moeilijker te beklimmen. Het is alleen iets voor de huilebalken. Je tranen brengen je daar.
Pas op voor de drugsspuit. Punkers willen je graag meenemen. Ze doen zich voor als autoriteiten.
Ik moest naar Zeist in een droom vannacht, niet voor studie maar voor therapie. Het was om te genezen van het punkers wereldrijk. Ik liep door de straten en ging toen langs een grote flat, waar mijn tante ook scheen te wonen in die droom, en toen stond daar bij de parkeerplaats ineens haar zus met haar dochter bij een auto, en die wilde ik dus absoluut niet zien, dus ik zei : ‘Wij lopen nog even door,’ en ik liep toen verder. Ik was blij dat ik in Zeist was gekomen. Ik had daar ook een huis. Er was een buurtfeest geweest en ik was er ook geweest, en ik had wat vuilniszakken van dat feest bij een overbuurman gelegd, die nog best wel ver weg woonde, want het was een heel groot plein. En ik ging daar ook op een stoel zitten voor zijn huis. Hij vond dat niet fijn, maar toen legde ik hem het verhaal uit. Het is toch een manier om door dat soort dingen ingang te vinden en contact te maken. Zo haken dingen op elkaar in en kunnen dingen uitgelegd worden, door ogenschijnlijke toevalligheden en ogenschijnlijke confrontaties.
In Andromeda wordt het vleselijke van het geestelijke gescheiden, op grote snelwegen. Het vleselijke wordt daar afgebogen en komt op hele andere wegen terecht, meer en meer. Dat is dus waar Andromeda goed voor is. Het vlees wordt hier ontmaskerd, en wij moeten doorreizen tot de nordics, tot Amalek, met een goede Orionse basis, waar ook weer automatische terugkoppeling toe is. Als we naar de drugs kijken waarvan we moeten ontvluchten zien we deze chemische verbinding, als in een driehoek : rigil kent – pleiaden – dark side of andromeda. Dat is het rode spul, de wijn van het vlees, en het maakt ze dronken, laat ze dingen doen en zeggen. Als je naar die boeren kijkt, die dus eigenlijk dronken punkers zijn, dan is het zo van ‘ie mutten het zus en zo doen,’ en als je dat dan niet doet, dan gaan ze uitgekookte beledigingen maken, en steken onder water maken. Het zijn vroege vogels, zijn er als de kippen bij. Het zijn grenswachters, en willen niet dat de mens tot het nordicse geheim ontwaken.
Orion heeft een nordicse oogst, een verharding naar de zonde toe, om het plaatje volledig te krijgen. Daar waar de vleselijke mens aftakelt met de dark side of andromeda drugs, daar moet de geestelijke mens opgaan tot Amalek, wat ook in de bilha en de vuh uitvoerig wordt besproken.
Het is een gegeven dat boeren en stadse soldaten de huilebalken bespotten, maar het zijn punkers. Ze zijn bewakers van het geheim, als alarmen. Je mag niet anders denken, mag niet anders zijn, je moet als hen zijn, deze punkers. Je moet met hen op vandalen tocht gaan. Huilebalken hebben ze niet nodig. Het kruis vinden ze vies. Ze durven niet aan te raken, ze willen niet leren kennen. Ze willen niet in therapie, want dat is iets voor zwakkelingen, watjes, en doetjes. Het zijn punkers. Dat kun je gewoon zeggen tegen deze boeren, dat het punkers zijn, want dat is wat ze zijn. Ze zijn rebels naar de natuur toe, vandalistisch, cultuurbarbaars. Je moet als hen praten, aan dezelfde drugs zijn. Dan hoor je erbij. Jippie, en yummie. De psalmist had er ook mee te maken. Ook met hem dreven ze de spot, ook met Jezus en de Bee gees. De Bee gees schreven hierover hun lied ‘Hoe diep is je liefde’, want we leven in een wereld vol dwazen die ons kapot breken. Daarom : Hoe diep is je liefde ? Alleen de weners zullen de nieuwe wereld ingaan. Dat is dus niet zomaar een nieuw tijdperk, maar een nieuwe golf. Als je Huilebalk niet in je team hebt, vergeet het dan maar. Het hele verhaal draait om het Popol Vuh motto : Offer ons op, dus eigenlijk je andere wang toekeren, de extra mijl begaan. Rek het oordeel uit, stel het uit, wees lijdzaam en verdraagzaam, wees niet overmoedig in toorn, want hierin heb je ruimte om te groeien en te bloeien.
Laten we ons stellen onder de zorg van de moeder, en niet zo hoogmoedig en stoer zijn om te denken dat we wel zonder kunnen. Het vlees is immers losgeslagen van de hemelse moeder, als een punker, op weg naar zelfvernietiging. Wij hebben onze moeder nodig. Wij mogen rijkelijk drinken van haar borsten. Zo mogen we opgroeien in de rebellie tegen het vlees, als jagers en slagers. Dat betekent het diepere medicijn in hen vinden, in therapie gaan. Kennen wij de medicijnen van het shamanisme ? Of hebben we teveel hemel, dat het allemaal niet hoeft ? Kunnen we loskomen van de drugs ? Er is een weg. Hierin moet je veel achterlaten. Loskomen van dronkenschap. Hoe diep is je liefde ? Ik was in een droom in een lift in een flat op de Bijlmer, waar ik vroeger onder Afrikanen werkte. Er was een punker op die lift die tegen me aan begon te praten. Het was een alcoholische stem en het ratelde maar door. Het was een stem van het lagere Orion en van de dark side van andromeda. Er viel geen contact mee te maken. Hij leefde helemaal in zijn eigen fantasie, en toen viel hij weg.
theopunk sf
Een intellectuele uitdaging : de grenzen van het leven, de kooi, de paradoxen, om warmte en medelijden op te wekken. De noodzaak van de pijn die ook weer extase in zich verborgen houdt. Het voortplantingsbevel, de achtervolgingswaan die ook een sexuele angst is : Het maakt een vrijgevochten punkfiguur van je, een rebel. Wat ging er fout in het paradijs ? Je moet wel heel erg op je hoede zijn met al die loerende exotische duivels. Wat willen ze met je doen ?
Dit is waar het boek cyberpunk sf uit de tachtiger jaren overgaat, een boek waarvan ik eind negentiger jaren in de ban raakte, maar waar ik niet doorheen kon komen, zelfs niet toen ik de tape ervan had aangevraagd, maar waarvan eigenlijk alleen maar dit zinnetje bij me bleef : ‘Steen Leeft’, wat de titel was van een van de twaalf verhalen in het boek. Cyberpunk SF is dystopische fictie, voortbordurende op Orwell en Burroughs. Aan het einde van het boek gaat het over Mozart die in de tachtiger jaren overal opdook als een teken van culturele synchroniteit. De sterren kwamen in een lijn.
Het was de droom van Falco in de tachtiger jaren : Mozart als punkfiguur. Zowel Mozart als Falco stierven jong. Je zou ook Luther en Calvijn punkfiguren kunnen noemen voor hun tijd. Ze waren rebellen naar het katholieke wereldrijk, anarchisten. We komen dan op het gebied van de theopunk sf. Het zijn allemaal verhaaltjes. We hebben dit nodig om door de stad heen te komen, terug naar de wildernis.
Graffiti op de katholieke graven, en je moet ook een punkfiguur zijn naar de aloude reformatorische grondvesten, dus ook graffiti op de reformatorische graven. Daarom kwamen de hanekammen in de tachtiger jaren. Het was geen new age, maar new wave. Het was gewoon een golf die er doorheen ging, niet dat het oude ineens geheel weggegooid zou worden. Het was allemaal nog heel bruikbaar. De mens moest terug naar het stenen tijdperk, want de mens had het flink verknald. De mens moest weer een holbewoner worden. Ook Johannes Hus was een punkfiguur voor zijn tijd, op theologisch en ethisch gebied dan, een theopunk sf figuur. Je moet oppassen dat je dan niet te modern wordt, dat je niet teveel weggooid. Luther en Calvijn lieten veel van het katholieke erfgoed bestaan, want het had ook goede dingen, en zo moeten we ook met de reformatie omgaan. Je kan niet alles weggooien, want het is je levensadem. Je moet niet alle schepen achter je verbranden.
Theopunk is belangrijk. Zing niet met die mongolen mee in hun comfortistische conformisme. Wees een punkfiguur in de theologie, want alles is versteend tot dood steen en is aan het afbrokkelen. De hemelse steen zal zich openbaren. Steen leeft.
De tijdmachine moet ergens doorheen breken door synchronisatie, culturele synchronisatie. De tijdmachine zendt deze droom, en heeft ons ten diepste gemaakt, zoals in het verhaal ‘11 februari’ in de tweede bijbel. Die tijdmachine heeft zijn eigen voortplantingsprogramma. Doe niet mee aan de moderne, verwesterlijkte sex, want dat zijn domme reclame truukjes. Ga er intellectueel mee om, en medisch, als een puzzel, niet zomaar geforceerd. Laat het aan profetische voorwaarden voldoen. Zitten we in een science fiction verhaal ? Dan moeten we ook de wetenschap en techniek daarvan kennen. Zitten we opgesloten in proza ? Zo ja, dan is daar ook een weg van proza doorheen, dieper erin. Theo rebellen proza is het dan, en dat is psalmisch. Het gedicht vergeestelijkt alles, zodat de mens zo daadwerkelijk tot de geestelijke wereld kan gaan. Het heeft zijn eigen materie. Geest, aarde en goden. De mensen hebben verhaaltjes lopen vertellen, maar het werd te extreem, letterlijk en eenzijdig, en daarom moeten we nu wel theopunk sf figuren zijn, of theo rebellen proza figuren. Graffiti op hun graven. Graffiti op de muren van deze stad, van dit dorp, waardoor we weer kunnen dromen, diepte gaan zien in alle dingen, diafragiel leven. Op naar de culturele synchroniteit. De tachtiger jaren waren de hemelse drugs. Helpt om af te kicken van de vleselijke drugs van het goedgelovige, voorouder aanbiddende conformisme.
(een bijlage zal op het forum te lezen zijn)
de nordicse adam en eva
Het rommelt flink aan de Russische grens. Wat is er gaande ?
Je hebt dan van bovenaf aan de Russische grens Finland, Estland, Letland, Wit-Rusland (Belarus), en dan de Oekraine. In de Oekraine is er gedonder aan de Russische grens. Wat is er gaande ?
Er is altijd al spanning geweest tussen Rusland en het verdere Europa. En wat is er gaande in Heidelberg ? Ook spanningen. Ook in Dordrecht waren er laatst spanningen. Het heeft allemaal met de geschiedenis te maken.
Ik had een droom dat ik in een keuken was in de middeleeuwen, en dichtbij was er een klein kasteel met een loopbrug. Er kwam een man binnen in de keuken met een groot brood, en hij zei iets, en toen ging hij door de keuken verder de woning in. Maar toen kwam diezelfde man weer van buitenaf de keuken binnen met een groot brood, kwakte het weer op de tafel, en zei toen weer hetzelfde en ging toen de woning binnen, en kwam even later weer van buitenaf de keuken binnen en deed toen weer hetzelfde, en toen weer, en het ging maar door. Ik was ook met iemand anders in de keuken, en die persoon zei dat die man vanuit het kasteeltje kwam, dus hij zou daar een kijkje nemen. Ik zag hem toen de keuken uitlopen naar buiten, en toen realiseerde ik me : ‘Maar dat is diezelfde man.’
Wat is er gaande ? Ik heb altijd een haat-liefde relatie gehad met de kerk. Aan de kerk ontbreekt behoorlijk wat, en je moet ook niet te dichtbij komen, maar Johannes Hus zei al dat er ook een hogere kerk is, en die is onze moeder. Er is ook een hemelse kerk, en die kunnen we niet zomaar wegdoen, dus de kerk is een heel dichterlijk begrip waar we mee blijven werken. De man in de droom had een pet op en een soort roodachtig blond haar, melkboerenhonden haar zoals we dat noemen. Ik kende hem. Er zijn in mijn leven altijd dat soort types om me heen geweest, hele markante personen vaak. Sommigen waren aardig, anderen minder aardig, maar ze hadden altijd een zekere strengheid. Wat is er gaande ?
Na die droom had ik een droom over een vrouw die menstrueerde, en er vloeide een groene gifzee uit haar baarmoeder. Het was een reusachtige zee, met traaggaande golven, en er verschenen hele etherische cirkels boven de zee. Alsof er een bepaalde energetische poort werd geopend. Het was een soort buitenaards en bovenaards contact wat door die cirkels stroomde.
Heel lang geleden had ik een droom over Noord-Horologium dat ik aan de nordicse grens kwam, en er liepen daar skeletten, zombies, die aangedreven werden met gassen, als auto’s. Het was zwaar chemische apparatuur. Het was een hele indringende droom, alsof er iets in mijn hersenen openplopte, en ik heb toen veel over de nordics geschreven.
Er zijn lage nordics, maar ook hogere nordics. Het is een enorm industrie-terrein, als een experiment, en ook een mijnenveld. Als je er doorheen weet te komen, dan kom je uiteindelijk in de wildernis. Die wildernis begint met ijsvlaktes en ijstijden, als een soort ragnarok. Hoe onstaat metaal ? Hoe ontstaat staal en ijzer ? Juist ja, door ijs. Het zijn beelden en vruchten van het eeuwige ijs, en die lijnen lopen door de geschiedenis heen … om ons af te kafferen. Er ontbreekt heel wat. Ze blijven doorkafferen en blaffen, totdat de missing links zijn gemaakt, zijn hersteld. Ze blijven herhalen, totdat het gezien wordt, totdat het erkend wordt. Waarom blaffen honden ? Precies om die reden.
Dus heb je een cirkel met honderd puntjes, honderd principes waaruit je werkt, dan zijn de hogere nordics ervoor om die cirkel open te breken totdat het wel miljoenen en miljoenen puntjes heeft. Je kan niet te kortzichtig zijn, jij en je honderd principes. Je mocht eens wat over het hoofd zien.
Ook de nordics waren oorspronkelijk amazones, maar dat heeft zich allemaal lopen emaneren, wat al begon met de barbarians, en toen piraten, en toen vikingen, en dat liep dan uit op een heel groot wolven tijdperk, en toen een beren tijdperk, toen een katten tijdperk, toen een honden tijdperk. Dat is ook allemaal door ijstijden gegaan. Maar als we kijken hoe nu precies het amazones tijdperk begon te emaneren, dan zien we ook een heel groot apen tijdperk, waarin het al snel mis begon te gaan. Voordat er het apen tijdperk was was er een leeuwen tijdperk, dus die nordics die hebben dat ook allemaal nog in de genen, dat die lijnen er nog steeds doorheen lopen. Ik had vannacht ook een droom over reusachtige prehistorische roofvogels. Er waren ook dan nog voordat het leeuwen tijdperk aanbrak de tijdperken van de roofvogels, en dat zien we ook weer terug in de wapens van middeleeuwse volkeren die de basis legden voor de huidige samenleving. Hier valt heel veel over te zeggen. Het leidt ook weer terug naar de vissen tijdperken, naar de zeeen dus van het oer, de prehistorische zeeen. Er waren soms ook tijden van vuur, van allesverwoestende vulkaan uitbarstingen. Het beeld van de vrouw werd elders in het universum verdraaid, en kreeg meer en meer een ondergeschikte rol, maar de nordics vrouw is altijd een Ma Flodder geweest. De nordics vrouw is altijd een no-nonsense vrouw geweest die zich niet conformeerde aan wie dan ook. Het zijn nooit meelopers geweest. Ze houden er geen volks-opinie op na, Ook moet ze niks weten van adel en etiquette. Het zijn rebellen, anarchisten. Ze zijn gewoon en natuurlijk, niet overdreven. Ze hebben altijd een zekere strengheid over zich, laten niet met zich sollen, en laten zich ook niet beinvloeden of manipuleren, en al helemaal niet intimideren.
De nordics vrouw is geen lafaard, ziet zichzelf niet als lager of zwakker dan een man. Ze heeft een probleem met autoriteit. Ze is vrijgevochten. Natuurlijk zijn er in het universum wel allerlei bastaard vormen, want de nordics emaneerden zich lager en lager, werden geheel vervleselijkt en verletterlijkt en corrupt gemaakt. Nordics vrouwen zijn altijd ijzig geweest, dragen de oorspronkelijke nordics ijsgenen en het zit hen in het bloed.
De nordics vrouw speelt geen poppenkast. Ze is geen giechelende make-up hoer, maar staat met beide benen op de grond en doet zich niet beter voor dan ze is, heeft ook de mening en goedkeuring van anderen niet nodig, verstopt haarzelf niet laf in een groep.
Als we het over de reformatie hebben, en ook over de eerdere reformatie van Johannes Hus, dan hebben we het over een gat van de nordics wat geopend werd, maar er werd gelijktijdig een put van de hel geopend, want de katholieken pikten het niet. Daarom werd het in de reformatie zowel beter als slechter. De katholieken spreken natuurlijk rigil kents en latijn, en hadden verschrikkelijke wonden toegebracht aan de verzetsstrijders, en als zo’n verzetsstrijder dan tot een nordicse priester kwam, tot het nordicse pastoraat, dan werd er in een nordicse taal gesproken, als medicijn. En dat ging dan zo : ‘migtus hengtes milling uvus onto ento la gingo bao sio mengtus mocht al angus il banga boei igtes spicht moko la doso migt mentus minda alleng gi oshama irgos tu entos avarum ala ka ti rassa alsheng achtus migtobozo bozo aldoch mong dachus kung a king kong loch desto arevim tevas tuvum daprosti most vorkus aveng helmst deelt zech nakus aldach bong shokko akdilik akmutrik.’ King kong is dan ook de naam van een nordicse metal band. In de reformatie kwamen de nordicse totems tot de aarde, zoals beer, wolf, gorilla, en allerlei prehistorische mensvormen, de oermens, de mens uit de stenen stijdperken, de hollenbewoners, die opstonden tegen het rigil kentse imperialisme van het katholieke rijk. De mens moest terug naar de natuur.
In de zogenaamde zondeval van de nordics, de val van de nordics, in dat proces, werd de aarde geschapen, waar ons geschrift ‘Zeus speaks’, oftewel Zeus spreekt, uit 2001, ook over gaat. Het is belangrijk dat de mens uit deze verdichtingen komt en weer terugkeert tot de hogere nordics in de nordicse prehistorie. De nordics vielen zo diep dat het kwam tot rigil kentse versmeltingen, zoals de reformatie ook nog vele valse katholieke elementen heeft. Rigil kent is typisch de lagere, vleselijke nordics. Het is dus een strijd tussen de hogere nordics, de natuur-nordics, en rigil kent. Met de reformatie begon alles ook weer snel dicht te roesten, vanwege de katholieke onderdrukkingen, zowel bovengronds als ondergronds. We moeten het dus van de geschiedenis hebben, en teruggaan naar de opening van het nordics portaal, wat al begon tijdens de losbarsting van de islam tegen het katholieke systeem, tegen het westerse, verletterlijkte christendom, maar de islam was zijn eigen probleem. Ook daar lopen verschrikkelijke rigil kentse lijnen van veelvraterij, en lijnen van de terroristische nordics. Verschrikkelijke gas-piraten zijn het, de makers van atoom oorlogen.
De islam werd gebouwd door de nordics, zowel goede als slechte nordics, onder het teken van wolf, beer en aap. Het was een totem gegeven aan de aarde, tegen het katholieke rijk, maar deze totem moest nog verdiept en uitgewerkt worden als een orakel, nog beter gericht worden, dus daarom moest de boheemse reformatie nog komen, en de duitse reformatie, en daarna nog de calvinistische reformatie, en deze was ook een probleem op zichzelf, want Calvijn maakte het zowel beter als slechter. Er waren dus twee krachten bezig. Daarom moeten we de geschiedenis in, en daarom moeten we terug naar de prehistorie van de nordics, de stenen tijdperken van de nordics.
De val van de nordics was iets groots in de gallactische geschiedenis. Er was een boom met verboden vruchten die werd bewaakt door een zwijn, het beeld van de vraatzucht, en de nordicse adam liet zich erdoor verleiden, door een valse vrouw ook, die aan hem onderdanig was, een valse Eva, als een beeld van rigil kent. ‘Kom tot de boom van rigil kent, eet van haar vruchten.’ En zo hoereerde de man met haar, met deze vraatzucht en machtslust. Zo werd de man van ascetisch tot hedonistisch. De man werd van sober en primitief tot bluffend en modern, tot een opgeblazen varken of zwijn. Het werd een huwelijk tussen de gevallen nordicse man en de gevallen rigil kentse vrouw, de tronende hoer. Ze deed haarzelf onderdanig voor en verleidelijk, en toen hij toehapte kwam hij onder haar betovering, dus eigenlijk heerste zij toen over hem. Dit is hoe drugs werkt. Het brengt allerlei schade en de mens ziet dingen dan niet meer helder.
Je tegoed doen aan veel zwijnenvlees, maar je bent dan zelf eigenlijk ook een zwijn. Sterke drank bij het avondmaal. De nordicse man viel hard in dit gat. Maar hij waande zich in de hemel. ‘Kijk, al die macht. Kijk naar mijn schone, onderdanige vrouw.’ Rigil Kent had hem bij de ballen. Die heks ging nu over hem heersen, zonder dat hij het in de gaten had, want zij troonde immers. Zij kwam van de vleselijke nordics. Dit is het lagere nordics, van aggressieve schoonmaakmiddelen, van chemische corruptie, chemische zeeen. Dan heeft de mens een natuurgif nodig zoals in mijn droom, als de moeder kerk, de nordicse hogere moeder kerk van de natuur, menstrueert. En de man bleef het maar herhalen in mijn droom, dat er een brood werd binnengebracht en op tafel werd gelegd. Die man scheen overal te zijn. Het brood is het hemelse woord. Het is de bibelebonse pap.
(een bijlage zal nog te lezen zijn op het forum)
(Dit zijn slechts fragmenten van het komende boek over de Oahspe)
oahspe en de parallelle werelden
Alles om ons heen komt uit een boeren-cartoon voor gepensioneerden. Het zijn allemaal hele oude karakters die zich dan vermaken met allerlei platte onzin in een apart taaltje : ‘Kiek dan eens.’ Alles. Dus de manier hoe mensen praten, de manier hoe mensen zijn, de vleselijke mensen om ons heen dan, dat is gewoon een buitenaardse cartoon, en geen goede. Ze zijn geestelijk gepensioneerd en rotzooien nu dus maar wat aan, maar het komt van het script van een cartoon, een karikatuur van het leven.
Er verscheen vannacht een klein ruimteschip, een ufo, aan de voorkant van mijn huis. Het was ultra-transcendente energie die zo licht begon te reflecteren. Licht mag niet gemaakt worden, maar moet gereflecteerd worden, zodat het verwerkt kan worden, en er andere vormen van leven opgewekt kunnen worden, parallelle werelden kunnen worden geopend.
In de orionse hersenspinsels is het de bedoeling dat je telkens algoritmisch je parallelle zelven erbij betrekt en die parallelle werelden, om zo hogere verbanden te zien.
Hoe kom je in contact met zo’n parallelle wereld ? Eerst moet je een surreele voorstelling van de wereld maken, en dan vandaaruit een parallelle voorstelling. Dan krijg je te maken met buitenaardse grenswachters die je gaan ondervragen, interrogators. Je komt namelijk niet zomaar tot een parallelle wereld en een parallel zelf. Het is dan belangrijk eerst te gaan tot de parallelle wereld van de grenswachters, en dat doe je door eerst een surreele voorstelling van hen te maken, dus er iets anders van maken, het een andere betekenis geven, en dan voorstellen dat je daar zelf ook werkt, dus bijvoorbeeld dat het de literaire douane is, literaire grenswachters, want er zijn ook grenzen tussen de verhalen waar men niet zomaar overkomt, zodat men niet zomaar vooroordelen kan verzinnen en ermee aan de haal gaan. Dat is ook een soort taal douane, dat je niet een valse betekenis mag geven. Zo kom je dan in die parallelle realiteit, maar stel dat je dan weer vastraakt en niet verder komt, dat er weer een probleem tussenkomt, namelijk een invasie van een buurland, een ramp, economische aanslagen of criminelen. Dan is het belangrijk om ook daarvan een surreele voorstelling te maken, en dan voorstellen dat je zelf ook deel van die bende of dat buurland bent, en wat voor andere, hogere betekenis dat dan heeft, en wat je dan gaat doen. Stel het dan bijvoorbeeld voor als een rem, of als inspectie. Stel je wordt dan als bendelid opgepakt en in de gevangenis geworpen, of je komt in het ziekenhuis terecht, dan ben je al een heel eind met parallelle zelven, dus dan loopt het gewoon via een bepaalde route, en daar kun je ook weer mee werken. Ziekenhuis en gevangenis kun je tot hogere vormen maken, surreeel voorstellen weer, en zo ergens anders terecht komen. Je volg dus een beetje het verhaal, want parallelle zelven zijn in principe gewoon literaire zelven, en parallelle werelden zijn literaire werelden.
Telkens als je dus naar hogere parallelle werelden wil gaan dan kom je dus in conflict situaties die dan een hogere surreele waarde en betekenis moeten krijgen. Je komt dus eerst in een soort burger oorlog, want de valse zelven om je heen gaan het niet pikken.
Het goede nieuws is dat de parallelle zelven ook naar ons op zoek zijn. De herinneringen zijn hiervoor een goede meter. Je krijgt herinneringen nooit zomaar, maar met een bedoeling. Als een herinnering zich aandient maak er dan een surreele voorstelling van en pas dit toe op verschillende lagen, zoals de stadparallel en de wildernis parallellen die er achter liggen.
Zonder het minderen kunnen wij niet in contact komen met onze parallelle zelven. Daarom waren de uitverkorenen in de Oahspe de I’hins, de besnedenen. Zij zijn verwekt door zowel hemel als aarde, door de aarde die zwanger was geraakt van de hemel. De I’hins worden beschreven als een kindervolk. Zij zijn afstammelingen van Abel.
De I’hins werden geboren uit de asu (Adam) en de engelen, zegt de oahspe. De I’hins waren hen die geofferd waren, dus dat wijst ook weer op Ismael. Omdat ze besneden waren was hun zaad bestemd tot eeuwig leven. De I’hins waren hemelse werkers. De Oahspe stelt dat de mens zich overgaf aan verdorvenheid, maar de I’hins niet (eerste boek der eerste heren, 4:12).
In het boek van Ah’Shong, zoon van Jehovih wordt opgedragen om te zoeken naar het zaad van de I’hins, want dat zaad zal de aardgeborenen verlossen. (5:5) Ook staat er in dat boek dat de I’hins er zijn voor de hemelse scholen en werkplaatsen. (6:1) Ook werden zij opgeroepen tot het bouwen van schepen. (Overzicht van Zestien Cyclussen, 3:19) Deze schepen zijn tot verlossing, als arken (Boek van Aph, 7:2,10). Zij waren volgelingen van de God Neph. In het eerste boek der vijf heren worden de I’hins gelijkgesteld aan de gelovisten, die ook uitverkorenen zijn. (1:19) De I’hins, gelovisten, hen die de ware definitie van het geloof hebben uitgewerkt en geleerd, als geloofologie, zijn de ark-bewoners die verlost zullen worden (Aph 1:43). Zij kregen toen de aarde in bezit (Aph 1:76). Zij mochten zich niet vermengen met de Druks (het volk van Kain), die in de bijbel de nephilims, de reuzen, werden genoemd, als gevallen engelen en hun nakomelingen, want zij hebben geen verstand, en zijn slechts tijdelijk. Zij hebben het eeuwige leven niet. (Aph 1:77) De I’hins werden echter onderwezen door de profeten in de hemelse geheimen. (Eerste boek der vijf heren, 3:64) Het kenmerk van de I’hins is dat ze de hemelse vreze dragen, en dat ze daardoor dagelijkse omgang hadden met God en de engelen. (Tweede boek der vijf heren, 1:6 ; 2:6) De I’hins waren dus de oorspronkelijke gelovisten volgend de Oahspe, en zij leefden afgezonderd, maar de Druks was een volk die afgoden en verlossers vereerden, zoals in het christendom, wat gesticht werd door de valse god Looeamong.
De Bilha van de tweede bijbel noemt het volk Ismael het uitverkoren volk. Het is belangrijk het Atlantische boek de Oahspe bijbel terug te herleiden tot haar voortijdse wortels, en ook van het Engelse Amerika te laten terugkeren tot de Israelitische wortels. Zo kan het I’hin volk verder gezuiverd worden. Hiertoe moet ook het Mohammedanisme ontzegeld worden. De mens moet tot I’hin, tot Ismaeliet worden, om de hemelse stem te kunnen verstaan, om zo te komen tot de parallelle zelven van het kindervolk, wat iets symbolisch is, want het kan ook om de hongerenden, de minderenden gaan. Genesis spreekt in de grondtekst over een kinder eiland, of eiland van hen die minderen, en zo tot het hemelse kunnen komen. In principe zijn de wateren van Lethe, van de vergetelheid, om dat eiland heen als een omhulling.
komen ufo’s ons halen ? – de oahspe en het binnengaan van de ark
De Oahspe is een boek uit de 1880-er jaren. Vannacht had ik een droom over de ontzegeling van de Oahspe. Oahspe betekent hemel-aarde-ziel in de taal van het gezonken Pan tijdperk, dus O, hemel, ah, aarde en Spe, ziel, of het geestelijke. Maar in mijn droom lag hier nog iets achter, want als we aan het atlantische tijdperk denken, dan ligt dit tussen het pre-atlantische en het post-atlantische, hedendaagse tijdperk in. We moeten dus nog dieper, naar de wortels van Oahspe. Zie, nu ik dit schrijf voel ik hemelse tintelingen in mijn ogen, van de hemelse kosmische zee. In mijn droom zag ik de wortels van Oahspe, en het heet in de hogere hemelen ‘de wilde zee aarde’, of ‘woeste zee-aarde’. We kunnen dan denken aan hoe Genesis 1 begint : ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed.’ Dat is een beeld van de kosmische baarmoeder van de voortijden, van het oer, van Orion, waaruit alles voort is gekomen.
De man die de Oahspe naar Nederland bracht in 1969, Art Bosman, waarmee ik ook bevriend was en die in Juni 2019 overleed, en die de Oahspe in 1957 ontdekte, kwam na zijn overlijden ook tot mij in dromen.
Hij kwam bijvoorbeeld in Juni 2020, een jaar na zijn overlijden, alhoewel hij ook wel eerder was gekomen, na een lange woestijnreis door de onderwereld met veel benauwenissen, onderdrukking etc. zware tijd, met een boodschap dat hij een oase had gevonden, een 'klein paradijsje' zoals hij zei. Hij had het erover dat wat we prediken waar was, over de demonologie etc. en noemde ook de vur. Telkens als hij het woord vur noemde bruiste er wat in mijn hoofd, als bruisend water uit een bron, zoals er nu iets in mijn ogen bruist nu ik dit artikel schrijf. Hij zei ook telkens het woord 'atman', wat uit de hindoe mythologie komt, betekent dan 'zelf', en dan was er ook een soort van bruisend, verhelderend gevoel in me, kon die atman gewoon zien als een ziel boven de natuur zwevende, of in de natuur, in die oase, in de wildernis, zag ook telkens een soort waterval stromen. Hij zou ook contact hebben gelegd met overleden familie leden van mij om hen dat plaatsje te laten zien wat hij had gevonden, die oase.
Het woord atman komt trouwens ook uit de Oahspe, in het boek Fragapatti
37:8 :
‘Ten vierde, om bij de rab'bahs (priesters) op de aarde te verblijven en hen bij gevaar te beschermen: Machaveh, Emul, Ashshaph, Alcmosum, Lai-awotch, Trivi-yab, Herivir, Beli-gib, Barat'ay, Shav'ya, Tir en Bowd-wahtal. Ten vijfde, om uitvindingen te inspireren: Kartum-mim, Moses, Beged, Chakasat, Mih-gad, Jagri, Hen-di, Sru, Amothes en Benguda. Ten zesde, om de heerschappij te hebben over de altaren en tempels: Atman, Krit en Anach.’
Maar goed, vannacht had ik een droom dat ik in die oase was, en er was natuurgebied rondom een bewoonde beschaving, en er was een soort zandverstuiving met grassen, en ook wat groen, en daar stonden ergens hutten, en een van die hutten was van Art, wat verderop, en voor een rij van hutten stond een paaltje met de nummers van de hutten. Ik ben toen het bewoonde beschaafde gebied ingegaan, en ik ging naar een centrum van invaliden. Buiten het centrum waren er ook tenten opgesteld, maar er zaten nog wat gaten in die tenten.
In een andere droom bevond ik me op zee, en Jehovih uit het verhaal van de Oahspe liep op het water, op de golven. Jehovih kende ik als een witte leeuw, en dit keer was hij half mens, half leeuw, en in doeken gehuld, als zijn klederen, en hij had wat op zijn hoofd, net zoals de Egyptische goden. Het leek een beetje op een sekhmet beeldje. Het had met het boek van Aph te maken over de ark van Noach. Er daalde toen een ufo neer boven de golven, en mijn borstkas werd helemaal warm van een hemels vuur, en toen ook mijn buik. Ze hadden mij gevonden, en ik werd opgenomen in het schip. Het boek van Aph gaat over de zondvloed.
1:2 - Ik, Aph, Zoon van Jehovih, God in de Arc van Noe, in Sum van Howt in etherea, kwam naar hada, de hemel van de rode ster, in naam van Jehovih. In Zijn wijsheid, macht en liefde door mijn eigen verrijzenis bewezen, om te worden tot metgezel van Goden en Godinnen en Oriaanse hoofden op de tronen van de hoge hemel, maak bekend
Aph is dus de god van de ark of boog van Noach die afdaalde. De verrijzenis wijst op een opname tot de ark van Noach, door het kruis, en alleen zo worden wij metgezellen van de Oriaanse of Orionse natuurgodinnen. Hier op aarde zoekt de mens zijn afgoden, en mannen zoeken naar aardse vrouwen, niet naar het hemelse, en zij doen dit door te protsen met iets of wat, door te imponeren, maar wij worden alleen metgezellen van de Orionse hemel en het Orionse paradijs door het kruis, door te minderen dus, niet door te vermeerderen met grote auto’s en grote rijkdommen en andere materiele opgeblazenheid, zoals het zwaaien met stropdassen, want dat trekt alleen maar de vleselijke tetracts aan en is in principe gewoon geestelijke zelfmoord.
1:6. Hoor de stem van uw Schepper, O engelen van de hemel. Breng de wijsheid van Mijn woord naar de stervelingen omlaag. Roep het tot de heerlijkheden van de hemel en de uitgestrekte aarde. Zie, Mijn stem is in de rotsen, en in de wind die waait, en in alle dingen die zonder tong zijn.
De ark keert dus altijd weer terug naar de lagere gebieden om daar de mensen te helpen, en ook de dieren. De ark is niet egoistisch en knieperig.
1:11. Gedenk hen, O God, Mijn Zoon, en u, Mijn Heren van de aarde. Heb geen medelijden, maar wees voor hen als het mes van een chirurg. U hebt hen gezegd, O God: Jehovih leeft en regeert; Zijn stem blijft de Allerhoogste. Maar zij hebben U en uw Heren bespot, en zich tot de ongerechtigheid gewend.
Wij mogen ons echter niet vermengen met de lagere, vleselijke aarde, maar moeten een zekere afstandelijkheid blijven houden, opdat we zelf niet worden meegesleurd. We moeten dus zijn als een chirurg, voor een operatie.
1:17. Nu zal Ik hun hemel en aarde verwijderen, en zij zullen niet meer gezien worden tot in eeuwigheid. Maar de druja's en fetals zullen naar Hautuon worden gebracht en binnen muren van vuur geworpen worden. En zij zullen in groepen verdeeld worden; familielid zal worden losgemaakt van familielid en vriend van vriend, en moeder van dochter, en vader van zoon; want zij zijn geworden als uitzuigers, die elkander voortdurend verzwelgen.
Het mes van de hemelse chirurg brengt scheiding, en dat moet ook wel. De ziekte moet losgesneden worden.
1: 26. Hoe zou de mens anders kunnen stijgen naar Mijn etherische werelden? Open hun ogen, O Mijn God en Mijn Heren. Hij bestond niet, en ik schiep hem. Hij matigt zich aan om in Mijn plannen en oordelen te schouwen; door zijn geringe kennis verheerlijkt hij zijn eigendunk en doet alsof hij alle dingen weet.
1:29. Zal de mens van de aarde zeggen: De Schepper was kwaad en dus liet Hij het land in de oceaan verzinken? Hij bezit geen wijsheid om te begrijpen, dat Ik op die dag de hel en de vernietiging uitwerp. De druja is zijn liefde en, zoals vampiers, doen zij zich aan elkaar te goed, tot de ondergang van beiden.
De ark kwam om de mens uit de zonde te laten opstijgen, om op het water te kunnen wandelen, zoals Jehovih in mijn droom. Jehovih is de werker en de nomade. De ark is een beeld daarvan. Deze dingen worden dus uitgebeeld door zijn zoon, Aph.
Aph is in het Hebreeuws de neusgaten, het boos zijn. De vuh van de tweede bijbel noemt het de eeuwige ziel, het hemelse hongeren. Dit is nodig om het beest, de woeste zee, te overstijgen, als de ark. De ark is dus de orionse vrouw op het beest, als het wandelen op de zee. In mijn droom was Jehovih die op de golven stond aan het illumineren, als een hemelse gloeilamp. Want alles is gematigd en alles is subtiel. Niet zomaar : ‘Er zij licht.’ Nee, dan gaat alles verkeerd. Wij moeten weer teruggaan tot de baarmoeder van Orion, tot de woeste zee-aarde van het oer. Daar leren wij illumineren, leven en bouwen van de kleinste beetjes. In zwoegen, in zweet, bloed en tranen, brengen wij alles voort. In oorlog en jacht. Zo leert de mens overleven. Niet zomaar : ‘Er zij licht.’ Dat staat er ook helemaal niet. Dat is maar een slappe westerse vertaling. In het Aramees staat er ‘verdraag en volhard in het illumineren en toetsen.’ Niet slap : ‘Er zij licht,’ maar ‘Laat het getoetst worden, gezifd worden.’ Aan die opdracht is geen gehoor gegeven. Men ging met het licht verder en geloofde het allemaal wel. Lekker makkelijk. De mens wilde niet werken. De mens wilde ‘Jehovih’ niet.
Dan zegt hoofdstuk 3 :
2. Toen ik mij in de Oriaanse Arc van Noe bevond, en de rode ster ging voorbij de Utswowldayark in de etherische groep van Vork, kwam de stem van Jehovih tot mij, en zei: Ga, Mijn Zoon, verlos de aarde. Neem allen die Ik zal sturen met u mee.
3. En ik onderzocht de verslagen van de sterren aan de hemel, en die van de aarde; en de verslagen van Jehovih's oogsten, en ik bemerkte dat de slavernij en de arbeid van de rode ster van de zevende grootte waren, in de vooruitgang van bewoonbare werelden.
4. Toen Zijn stem de legioenen in de hoge hemel opriep, bewogen zich van alle kanten, en onder en boven de aarde, ontelbare fraai gevormde sterren, die schepen van vuur waren, het firmament doorkruisend, en waarin de Goden en Godinnen voeren die door Jehovih geroepen waren voor het werk op de aarde en in hada.
5. Van alle kanten kwamen zij nader, en dichterbij en meer aaneengesloten en helderder, met schitterende vuurzuilen, en omlaag zwaaiende schermen van licht, totdat de gehele ruimte rond de aarde werd omgeven door dit leger van Jehovih's vuurschepen.
En daar droomde ik vannacht over. De buitenaardse schepen kwamen, ufo’s, en mijn borst werd hemels heet en mijn buik, en ook toen ik wakker werd was het nog steeds heet, en nu weer, en nu zijn ook mijn bovenbenen heet. De buitenaardsen zijn gekomen, en wij worden geen metgezellen door het meerderen, door opgeblazenheid en protsen, maar door het minderen. Het is dus ook geen materiele, verdichte opname, maar het is iets binnenin. Het is een boodschap, een energie, die je mag ontvangen, en die mag je doorgeven aan anderen die ook willen minderen. Je kunt dus niet zomaar een wilde weldoener zijn met dit spul, maar je hebt een boodschap te verkondigen, en het is voor wie wil horen. De Oahspe is dus niet zomaar een verhaal. Het is echt. Ook mijn rug is hemels heet. En nu ook mijn schouders. Ze zijn gekomen. Ze hebben ons gevonden. Prachtige transcendente wezens in de zeeen, zoals hemelse kwallen met hun prachtige verfijnde tentakels. De zeeen en oceanen van Orion zijn tot de aarde gekomen. Ja, de mens moet het leren, en illumineren, dus denk niet dat er ineens overal licht zal zijn zoals in het scheppingsverhaal van het westerse christendom, want dat was allemaal verkeerd vertaald. Ook in de bijbel gaat het trouwens over hemelse ufo’s. Lees maar in het boek Ezechiel hoofdstuk 1.
Ik hoor nu allemaal verfijnde hemelse geluiden om mij heen. Art Bosman was ook altijd op zoek naar ufo’s. Altijd weer probeerde hij contact te leggen met de buitenaardsen. De buitenaardsen zijn er voor ons, en wij zijn er voor hen.
Tot zover voor nu.
de oahspe en de orionse hersenspinsels
We gaan verder met het bespreken van dit bijzondere en mysterieuze boek uit de jaren 1800, de Oahspe, een nieuwe bijbel voor die tijd, en dat is het ook voor vandaag. Laten we kijken naar het boek van Ah’Shong in dit boek. Hij is een zoon van Jehovih, van Havah, van Eva, de moeder der levenden dus. Hij is aangesteld over het gebied Anakaron in etherea. Hierdoor liep ook de weg waar de aarde over zou gaan.
1:9 – Jehovih zei: Kijk eens naar de rode ster, de aarde; zij gaat de velden van Anakaron binnen. Zij druipt van vocht en kou in de ji'ay draaikolken. Haar God en Heren zijn machteloos in de ban van de duisternis. Zendt uw Zoon Ah'shong, om de aarde en haar hemelen te verlossen. Want zie, Ik breng hen voor zijn deur.
1:11 – Jehovih zei: Ga dan, Mijn Zoon, naar de zwoegende aarde en verlos haar; maar benoem eerst een opvolger voor Anakaron.
1:22 – Ah'shong zei tegen hen: De heerscharen van de Vader zijn uit hun hoge plaats en heerlijke vrijheid gekomen om deze gevallen hemelen en de mensen op de aarde te verlossen. Het is ons werk om in liefde naar de hulpelozen te komen en ze te leren.
Ah’shong neemt hier dus de taak op van de goede herder, de shamaan, om zielen te verlossen in de lagere hemelen en aarde. Zoals we zien is dit dus een taak ook van onderwijs. Zij bouwden hiervoor een Oriaans ruimteschip, een vuurschip, en ze moesten wel achthonderdduizend kilometer reizen om de grenzen van Anakaron te bereiken vlak boven de aarde. Hij moest hiervoor vele miljoenen etherische engelen bijeenroepen voor het werk om naar de aarde te gaan, en tussen hun gebied en de aarde moest een keten zijn boodschappers.
5:5 - Zie, een man bouwt een fabriek en maakt er stoffen om te kunnen verkopen. Ik bouw een school voor onderricht en ik lever Zoons en Dochters van Jehovih af, om hen weg te schenken. Breng mij zulke stoffen die alle testen kunnen doorstaan. Jehovih's stoffen zullen de eeuwigheid doorstaan.
6:8 – Is het geen dwaze soldaat die zegt: Zie, ik ben wijs! Ik heb geen discipline of opleiding in de wapens nodig. Wat is hij meer dan een onbeschaafde uit het gepeupel?
8:8 – Ik zal de aarde in donkere gebieden voeren teneinde haar te ontwikkelen tot een
hogere staat voor de tijd die daarna komt.
Natuurlijk mag dat niet aards zijn, maar hemels, van de hersenspinsels van Orion. Daarom zijn de Orionse vliegenplagen tot de aarde gekomen, om de vleselijkheid van de mens te doden, en de hogere hemelsheid van de mens op te wekken.
Het tweede boek van de eerste heren (ten tijde van het boek van Ah’Shong) :
1:3. En de Heer zei tegen de mens: Zie, ik wandelde met u en onderrichtte u; maar door mijn toegevendheid hebt u verzuimd uw eigen kracht aan te wenden.
1:4. Nu ga ik een tijd bij u vandaan, opdat u kunt leren uzelf te ontwikkelen.
1:5. Maar opdat ge niet struikelt en valt laat ik bepaalde geboden bij u achter, en zij zullen voor eeuwig een geleide voor u en uw erfgenamen zijn.
Hoe belangrijk is dit, dat we soms verlaten worden, want anders zouden we het nooit zelf leren. Om ons heen zijn alleen voorbeelden aangesteld. Het is belangrijk tot een kanaal van God te worden, omgang met God te hebben, maar dan moeten we het ook zelf worden, anders heet het projectie, wat veel in het christendom gebeurt. Zij blijven altijd afhankelijke puppies en groeien niet op. God wordt dan een soort excuus, een valse schuilplaats waardoor ze hun verantwoordelijkheden niet hoeven te dragen en maar aan kunnen blijven rotzooien. De Oahspe komt tegen die houding, en was daarom ook een belangrijk boek in de jaren 1800 en nu, na de christelijke nachtmerrie. Een tweede bijbel dus al. Die moest er wel komen, en de goede principes werden zeker niet overboord gegooid, zoals veel in de New Age gebeurd en in andere vrije groepen. Het hemelse woord loopt overal doorheen, ook door de bijbel, maar we moeten niet ziekelijk afhankelijk worden aan mensen en hun afgoden. Het is en blijven slechts voorbeelden, en vaak zijn het ook nog eens verkeerde voorbeelden. Vandaar dat de mens moet illumineren. Balanceren tussen licht en duisterenis. Niet teveel duisternis, niet teveel licht. Alles met mate, zoals een vlieg alles maar lichtelijk aanraakt en dan weer verder gaat. We hebben het dus over een Orions dodenboek van vliegen, het komen tot de hogere, hemelse hersenspinsels van Orion om aan het bizarre en extreme mijnenveld van de lagere aarde los te komen. Daar leven de tetracts, een soort kwallen of spinnen, hersenspinsels van het kwaad en de onverschilligheid, die zich helemaal hebben vastgewoven en ingevreten in de hersenen en verder het hele lichaam en de ziel van de mens om van haar sappen te leven, en de mens moet en mag hier los van komen. Vandaar dat deze tocht door Orion van groot belang is.
1:11. De Heer antwoordde: Van alle dingen die uit de grond omhoog groeien en goed zijn om te eten geef ik u, en zij zullen voedsel voor u zijn.
1:12. Maar alle dingen van vlees en bloed waarin het leven zit, zult u niet eten.
1:13. Want u zult niet doden.
Heel belangrijk. Het westerse christendom leerde de mens te leven van vlees en het vleselijke, allemaal voor de markt, voor controle over de zielen, door de tetracts, die als sponzen door het universum zweven, op zoek naar levende zielen die zij kunnen leegzuigen en waarin zij kunnen wonen. Velen zijn al totaal door dit soort gedrochten ingenomen als dode poppen, en worden gebruikt. De oorspronkelijke bijbel was vegetarisch, en er staan zelfs vegetarische teksten in de westerse bijbel. Ook de Oahspe is dus vegetarisch, en de tweede bijbel van de jaren 1900 en 2000 is dat ook. In dat spoor verder.
2:10. De Heer zei: Ik zal u beproeven, O mens; ik zal gedurende een tijd weggaan.
2:11. Dus vertrok de Heer nogmaals. En de mens had niets om naar op te kijken, daarom bekeek hij zichzelf en werd opschepperig. En de stammen van de mensen probeerden elkaar te overtroeven; er volgden oorlog en verwoesting.
2:12. De mens vergat zijn Schepper; hij zei: Geen Oog ziet me, geen Oor hoort me. En hij verzuimde zich te beschermen tegen de slang (lichamelijkheid); en de slang zei tegen hem: Neem van alle dingen, want ze zijn van u.
2:13. En de mens leende het oor, en zie, het mensenras daalde af in de buitenste duisternis.
2:14. En God aanschouwde de verdorvenheid van de mens en hij riep uit: Luister naar mijn stem, O mens! Luister naar de stem van de Heer!
2:15. Maar door de duisternis van de mens kon deze de stem van God, zijn Heer, niet horen.
2:16. En de Heer zond zijn engelen naar de mens omlaag, zodat zij een beroep konden doen op het verstand van de mensen.
2:17. Maar de engelen hadden de duisternis ook lief, en zij probeerden niet om de mens uit de duisternis te verheffen. En de Heer was van geen nut meer onder de stervelingen, en hij ging heen van de aarde. En de mens op de aarde werd als een oogst die is aangetast en bedorven door woekering.
Wat een verschrikkelijk woord, en hoe waar. De mens luistert niet, en ook de engelen lieten zich verlagen tot het niveau der mensen, wat we ook in de bijbel, in Genesis 6, kunnen lezen. Ook engelen lieten zich verleiden en gooiden hun taak weg, en werden aards. Hoe verschrikkelijk is dat. En wat gebeurde er met de goede engelen ? Die schoten ze af, of sloten ze op in de buitenste duisternissen waar niemand hen zou kunnen horen. Of toch wel ? Gelukkig is er ook een vruchtbaarheidsprincipe, een opstanding. Het Woord zal namelijk niet ledig wederkeren. Daarom is de Oahspe, net zoals de bijbel, een boodschap van hoop. Dat klinkt dwars door alles heen. Houd daarom vol tot het einde. Er is een groot werk te doen, en zowel de voorbereiding als de uitwerking daarvan gaat door studie, het luisteren naar het hemelse signaal. Kom uit de klauwen van de tetracts ! Verklaar de oorlog aan hen ! Laat hen je ziel niet verder wegslepen. Laat hen je niet verder dronken voeren !
Dan het boek ‘ Overzicht van Zestien Cyclussen’ :
Dit boek komt uit de hemelse bibliotheken, stelt het boek, en omvat de periode van de schepping van de mens tot de ondergang van het continent Pan, door de zondvloed, die 24000 jaar voor Kosmon plaatsvond.
1:4. Gedurende de periode van een cyclus staat de aarde daarom onder het toezicht en bestuur van diegenen van Jehovih's engelen die bestemd zijn voor de verrijzenis van de mensen van de aarde.
1:5. Ten tijde van de schepping van de mens bewoog de aarde zich door de Arc (boog) van Wan, waar duizenden Oriaanse hoofden verblijven, met duizenden miljoenen hoogverheven engelen.
1:6. De Heilige Raad van Oriaanse hoofden benoemde één van hen, Sethantes, door de wijsheid en de stem van Jehovih, om de leiding over de aarde op zich te nemen en haar te laten bevolken met onsterfelijke wezens tijdens haar reis door Wan.
1:7. De rang en titel van Sethantes, die aldus door Jehovih de Schepper van werelden werd verheven, luidde: Eerste God van de aarde en haar hemelen.
1:8. En Sethantes kwam met miljoenen engelen die voordien op andere werelden verheven waren, en hij volbracht zijn werk en werd bekend als God.
1:9. Sethantes was dus de eerste God van de aarde en haar hemelen, en zijn plaats was in de Arc van Wan En gedurende zijn cyclus van drieduizend jaar verhief hij voor Jehovih vier miljard vierhonderd miljoen.
1:10. Na Sethantes kwam Ah'shong, onderhoofd in de rijken van Hieu Wee in de Haian Arc van Vehetaivi. En gedurende de cyclus van Anakaron, ook drieduizend jaar, verhief Ah'shong een oogst van twee miljard tweehonderd miljoen.
Jehovih is dus een werkwoord. We zouden dus in plaats van Heer dus ook gewoon ‘het werkwoord’ kunnen zeggen, om te voorkomen dat we alles gemakszuchtig op iets anders gaan projecteren, maar hierin liggen dus de gevaren van de slang op de loer, van het jezelf onrechtmatig tot god te maken, zonder zelfverloochening. Daarom moet je jezelf altijd blijven vernederen voor de hogere principes om er op die manier gelijk aan te worden, en er niet mee gaan lopen sjoemelen. Daarom is het werkwoord altijd verbonden aan het schoolwoord. Altijd. Het kan niet losgekoppeld worden. De school moet het werk in de juiste banen leiden dus, anders val je in de strikken, in de tentakels, van de tetracts, in hun webben verstrikt, tot voer. Blijf dus waakzaam, en dut dus niet in met vele excuses.
Daarom zegt 1:21 :
En de mens woonde in vrede, en de aarde werd bewerkt en bracht voort in overvloed van al wat goed was voor de mens om te eten en zich te kleden. En de mens bouwde schepen en hij voer in alle richtingen over de oceanen, rondom de hele wereld. Door de engelen van de Heer werd hij onderwezen en geleid in alle dingen. En de mens bezat boeken, zowel geschreven als gedrukt; en de jongeren werden in scholen onderwezen, over de kennis van zon en maan en sterren, en over alle dingen die op de aarde zijn en in de wateren daarvan. Daarom werd dit de eerste beschavingsperiode van de aarde genoemd.
Dit was de glorie van het Atlantis of Pan tijdperk, voor de grote zondvloed. Zoveel kennis is er toen verloren gegaan. Denk aan al die bibliotheken die door de rijzende zeespiegel werden verslonden.
Dan in hoofdstuk 2 zien we het gebed van God (Neph) tot Jehovih :
1. God (dat is Neph) zei: Hoor mijn gebed, O Jehovih! De aarde en haar hemelen zijn in duisternis ondergegaan.
2. De I'hin is in alle gebieden van de aarde uitgeroeid, behalve in Waga.
3. Meer dan dertig miljard engelen zijn bijeen op het oppervlak van de aarde, en ze zijn te laag van graad om te worden verlost.
4. Wat moet Uw God doen, O Vader?
5. De stervelingen gaan achteruit naar ras en bloed, ze wonen alleen nog als ziekelijk ongedierte op de aarde.
6. Hun steden zijn vernield, en ze leven op de manier van de viervoetige, wilde dieren.
7. De inspiratie van Uw God en zijn engelen kan hen niet langer bereiken.
8. Wanneer zij sterven en deze hemelen betreden zijn ze als woekerende zweren bij elkaar,
duizenden miljoenen van hen.
God bidt dus tot Jehovih, onderwerpt zich aan het werkwoord, anders zou hij zelf ook een tetract worden, een valse afgod. Wordt dat in de kerken onderwezen ? Bijna niet, en daarom hebben ze allemaal hun eigen afgoden die elkaar tegenspreken en veel bloed vergieten, opdat de tetracts kunnen eten. Zien we het bedriegelijke daarvan ? Daarom moest de Oahspe wel komen om dat te openbaren, om de mens te onderwijzen, en in deze dagen de tweede bijbel, wat in principe een nieuwe Oahspe is.
12. Maar in etherea sprak Jehovih tot Zijn Oriaanse hoofden en zei: Zoals Ik stervelingen beproef, beproef Ik engelen; zoals Ik hen beproef, beproef Ik Mijn Goden. Altijd en eeuwig houd Ik hen het getuigenis van Een Allerhoogste voor.
Ook goden moeten beproefd worden dus, en niet zomaar nagevolgd. Dat is wat Jehovih, het werkwoord, doet. Ook de goden moeten onderwezen worden, en zich openstellen voor het hogere, hemelse woord, om niet vast te groeien en geen tetract te worden, geen kwal in de lagere aardse oceanen.
13. Nu was het geschied op aarde dat de tijd van een generatie van stervelingen was gestegen van twaalf jaar tot tachtig jaar. En er waren velen die leefden tot zij driehonderd jaar oud waren. En zij waren zeer groot geworden; tweemaal de afmeting van de mensen van deze tijd. Maar ze waren zonder verstand en hadden weinig gevoel. Ze kenden nauwelijks hun eigen soort. En ze vermengden zich met elkaar, zowel met verwanten als met anderen, zodat zwakzinnigheid en ziekte het gebruikelijke lot werd van de stammen der mensen; en ze waren groot, sterk en vruchtbaar.
De mens werd door de tetracts zwaar opgeblazen, met alle gevolgen daarvan, als de geest van alcohol met zijn dodelijke hersenspinsels. Ze verlustigen zichzelf in vernietiging en alles wat vies en smerig is, allemaal tot zelfbevrediging, als drugs. Het ‘Leer mij naar Uw wil te handelen,’ kennen ze niet. Verwaand lopen ze rond. Lomp is dat ook te noemen. De hiaten van alcohol leidt zijn eigen weg, zijn eigen wil, grote vraatzucht, tot anti-verstand, maar dit ontwikkeld een eigen zwaar selectief dement verstand wat over anderen wil regeren. Het zijn de gruwelen van de cultus van mind-control, de dwang-scholen van de lagere aardse gewesten waar de mens als vee wordt gefokt om de gulzigheid van de tetracts te dienen.
Moeten we daarbij blijven ? Zeer zeker niet. Laten we kijken naar hoofdstuk 3 :
2. Luister naar Mij, O gij hoofden! Wees vooruitziend naar Mijn reizende werelden en let op Mijn woorden. Zie, de rode ster, de aarde, heeft haar rijpheid bereikt! Als een dochter die zich vertoont in de bloeitijd van haar leven, zo verkeert de jonge aarde in haar glorie. Vijftigduizend jaar lang heeft zij haar rol vervuld als een sieraad van de hemel en een oogster van stralende zielen voor Mijn verheven sferen in het firmament.
3. Kom bijeen, O Oriaanse hoofden en u etherische Godinnen; en u die op de weg van de grote slang verblijft. Roep een raad bijeen van Mijn eeuwige heersers over werelden, en van hen die Mijn a'ji-tuinen en Mijn ji'ya-velden beplanten, en van hen die Mijn nevelige vortexen in het firmament laten wentelen.
Want Jehovih is een nomadische tocht, altijd voorttrekkende, in het Egyptisch en Orions. Het is een werkwoord en een progressief woord, wat telkens dus ook alles achterlaat. Dat is ook het geheim van het verstaan van de hemelse stem, dat zo het oor van de mens getrained wordt door deze dingen, geoefend wordt, gevoelig wordt. Daarom voelt de mens zich vaak eenzaam, en verlaten, opdat de mens zich hiervoor gaat openstellen en gaat leren luisteren. Een mens die alles al heeft en iedereen om zich heen heeft die dut in. Zij leren zo de hogere spiraalnevels van het heelal kennen, de ingewikkelde hersenspinsels van het hemelse Orion, ook al houdt dit in dat zij door anderen niet verstaan worden. Het vleselijke kan door zijn tetractische ingewikkeldheid de ingewikkeldheden van het hemelse niet verstaan. Het kan er niet op aansluiten. De Oahspe noemt de geemancipeerde werelden, en die kunnen door het overafhankelijke, overconsumerende ongeemancipeerde niet worden verstaan.
6. Zestienmaal hebben Mijn etherische scharen de aarde en haar hemelen uit de duisternis in het licht gebracht, en toch, voor het einde van een cyclus, valt zij opnieuw en haar atmosferea met haar. En nu is het geschied dat haar hemelen zijn gevuld met duizenden miljoenen geesten die Mij en Mijn geëmancipeerde werelden niet kennen. Spreek, O Goden en Godinnen.
7. Daarop zei Sut'Loo: O Jehovih, ik heb het vernomen; ik heb het aanschouwd. Te vruchtbaar is de aarde, de jonge dochter van de hemel. Te vruchtbaar is de rode ster van het firmament.
8. Vervolgens sprak Ka'waha en zei: U hebt gesproken, O Jehovih! Te vruchtbaar is de rijke aarde, O Vader. Haar stervelingen zijn overmeesterd door haar atmosferische scharen. Haar mensen bouwen steden en staten voor een tijd na de dageraad, maar spoedig worden ze overstroomd door fetals en druja's, en de stervelingen verslinden elkaar als roofdieren.
9. Chi'jong zei: Haar mensen hebben de bodem van de hele aarde bewerkt en haar overdekt met steden; maar waar zijn ze? Haar mensen zijn geleerd geworden betreffende de dingen van hemel en aarde, maar hun kennis is verdwenen door de gevreesde oorlogshand.
10. Dhu'itta zei: Haar mensen worden wijs in een dag, maar de volgende dag zijn het dwazen. Het ene geslacht verkrijgt vaardigheid in boeken en in de kennis van de zon en maan en sterren, en in de wiskunde van stoffelijke dingen; maar kijk eens naar het volgende geslacht, haar mensen zijn weer kannibalen.
De vleselijke mens heeft zijn eigen verdorven vruchtbaarheid, als tetracts die zichzelf voortplanten op de snelheid van het licht. Dat zie je om je heen. Het is hysterisch en ziekelijk, onstopbaar. Het gaat maar door. Ziekelijke vraatzucht, ziekelijke voortplantingsdrang. Het vleselijke heeft haast. Het heeft geen begrip, en geen tijd, voor het hogere hemelse, voor de hemelse stilte die spreekt.
4. De stem van Jehovih reikte door het uitgestrekte universum en zij die hoogverheven waren in het bestuur over werelden, hoorden en begrepen het.
Alleen de hoogverhevenen, oftewel hen die het beest van het ego hebben overstegen, zullen het begrijpen. Denk niet dat je EN vleselijk kunt leven, gehaast in zelfbevrediging, roekeloos, EN dan ook nog eens alles kunt begrijpen, want dat gaat botsen. Je kunt geen twee heren dienen. Je kunt niet met je ene been in de wereld en met je andere been in de hemel leven. Het vleselijke en het geestelijke gaan niet samen.
11. Gaw'zin zei: Ik heb het vernomen, O Jehovih, ik ben er getuige van, O Vader! De rode ster is te vruchtbaar. Zij is als een overvolle tuin! Haar producten zijn verwilderd, en ze vallen neer en verrijken nogmaals de grond, zodat zij weer een onvolmaakte reuzenstengel voortbrengt die onvruchtbaar is. Zo zijn haar zoons en dochters; zij allen jagen aardse goederen na.
15. En zo vaak als zij tot het licht zijn gestegen, zijn ze weer in de duisternis neergeworpen vanwege het grote verlangen van de geesten der doden om naar de aarde terug te keren. Deze druja's keren naar de stervelingen terug en hechten zich aan hen als fetals of als huisgeesten, en zetten hen aan tot het kwaad. Ga nu naar de aarde, O Mijn geliefden, en zoek het deel van de aarde waar de meeste van deze druja's bijeen zijn, want Ik zal hun bolwerk ontwortelen; Ik zal ze losscheuren van hun holen en zij zullen Mijn volk niet langer naar de ondergang leiden.
Altijd willen ze weer naar huis naar de vleespotten. Altijd hebben ze weer heimwee naar hun oude leven. Altijd willen ze weer de tetracts dienen in ruil voor alcohol, macht en aanzien. Ze zijn liever verblind. Altijd willen ze weer conform zijn, religieus of overgeestelijk. Dat is wat de huisgeesten zijn, en daar pensioneren ze. Ze hebben geen nomadisch bloed. Dat willen ze ook niet, want de prijs is te hoog. Ze willen het oude leven niet loslaten. Dat is een kleed wat ze altijd dragen. Dat is hun nostalgie. In dit is wat de betaalde medische industrie is :
16. En nu overlegde de raad, en na een poosje werden de verslagen van de aarde en haar atmosferea onderzocht, en zij ontdekten dat de hemel van het land Waga (Pan) de verlossing te boven ging vanwege het grote aantal geesten van kannibalen en de menigte fetals. Het was alsof een ziekte in het lichaam aan de buitenkant was genezen, terwijl de wortel van de kwaal er nog in zat. Zo was het met Waga en haar hemel; de verlossing van de cyclussen bleef haar niet bij, maar het kwaad brak steeds op een andere manier uit.
Ze verkopen lakmoesjes, doen aan symptoom-bestrijding dus, als een nep-bevrijding, en de tetracts lachen zichzelf dood. Daarom moest en moet de zondvloed komen :
17. Dit zei Jehovih: Nu zal Ik de aarde en haar hemelen snoeien. Zie, het werelddeel Waga zal worden afgehouwen en onder de wateren van de oceaan worden geworpen. Haar hemel zal niet langer verdedigbaar zijn voor de geesten van de vernietiging, want Ik zal de grondvesten daarvan laten scheuren en ze verstrooien op de winden van de hemel.
18. Gaan jullie daarom naar de aarde omlaag en zorg voor netten en vanchas om
de geesten van de duisternis op te vangen en voor het opvangen van de stervelingen die in de wateren zullen ondergaan. En zorgen jullie voor een plaats in Mijn verheven hemelen, die geschikt voor hen is, en jullie moeten hen met muren omgeven in de hemel zodat ze niet kunnen ontsnappen, maar dat ze bevrijd kunnen worden van het kwaad.
19. En zodra jullie bij de aarde en haar hemelen zijn aangekomen, stellen jullie Mijn God en zijn Heren van Mijn besluit in kennis. En zeg tegen ze: Dit zegt Jehovih: Zie, zie, Ik zal het land Waga onder de wateren van de oceaan laten zinken, en haar hemel zal Ik naar een plaats in Mijn firmament overbrengen waar zij niet langer Mijn volk zal verzwelgen in de duisternis. En Jehovih zegt: Gaat u, O God van de hemel, en u, O Heer van Waga, omlaag naar Mijn uitverkorenen, de I'hins, en zeg tegen ze: Dit zegt de Grote Geest: Zie, zie, Ik zal de landen van de aarde in de oceaan laten verzinken, vanwege het kwaad van de geesten der duisternis. Luister naar Mij, O Mijn uitverkorenen, en luister naar Mijn geboden: Sla de handen ineen en bouw schepen op alle plaatsen, zelfs in de dalen en op de heuvels, en laat Mijn getrouwen zich aan boord van de schepen begeven, want Mijn hand is zeer zeker uitgestrekt over de aarde.
De Grote Geest wordt hier genoemd, de god van de indianen, of het Grote geestelijke, de grotere hemelse verbanden door de hemelse hersenspinsels, de vliegenplagen van Orion. We kunnen ook zeggen : de Grote Gist. Het is een hemels gistingsproces. In het engels is dit Spirit, of ‘Speared’, de visspeer of visspiets, visspit, want we zien hier een visserstafereeltje zoals dat ook in de bijbel wordt beschreven, wat natuurlijk symbolisch is. De menselijke ziel moet gespietst worden, doorboord worden, geopend worden, door de hemelse visspeer, opdat de mens zal luisteren. Zoals Calvijn het zegt : Het oor van de mens moet doorboort worden, en ook dat is niet letterlijk, dus om nou letterlijk bijvoorbeeld je oren te gaan doorboren of de oren van je kinderen te laten doorboren, voor oorbelletjes, dan heb je het niet begrepen en ben je ook echt ziek bezig.
25. Verzoek Mijn God van de aarde en zijn Heren met hem om alle engelen van de aarde bijeen te brengen, van oost naar west en van noord naar zuid; breng ze naar het land Waga.
26. Mijn etherische vuurschepen zullen Waga van alle kanten omringen. En Ik zal de grondvesten van de aarde afbreken, bij de randen van de oceaan en de bergen van Gan, noch zal een steunpilaar of hoeksteen Mijn hand weerstaan. En Ik zal regen en wind en onweer zenden; en de wateren van de grote diepte zullen over de landen komen; en de grote steden zullen ondergaan en in de zee verzwolgen worden.
27. En de weelderige dalen van Nai, met de duizend steden, zullen worden uiteengerukt, met de waanzinnige mannen en vrouwen die vluchten voor de wateren van de oceaan. En vrouwen en kinderen zullen langs de weg neervallen en verdrinken; en de mensen zullen in het water ten onder gaan.
28. En de wijde vlakten van Og, met de duizend steden en de grote hoofdstad Penj, en de tempels van Khu en Bart en Gan en Saing zullen verzinken om nooit meer boven te komen. En tijdens de vloed zal de lucht van de hemel worden gevuld met het geschreeuw en gejammer van miljoenen stervelingen die in de vernietiging ten onder gaan.
29. Ik zal ze redden uit de duisternis; Ik zal ze brengen naar a'ji-gebieden die Ik voordien schiep voor de geesten der duisternis; en Ik zal Goden en Godinnen over hen aanstellen om hen te onderwijzen over Mij en Mijn koninkrijken.
30. En de aarde en haar hemelen zullen een nieuw begin maken temidden van Mijn bewoonde werelden.
31. Zo heb Ik in werk voorzien voor Mijn hoogverheven engelen in de plaatsen die Ik schiep, zegt Jehovih.
Wonen, werken en geschoold zijn zijn de fundamenten voor de nieuwe aarde. De wateren van grote diepte komen over de aarde hiervoor, om alles schoon te spoelen. Daarom gaat de mens door zulke dingen heen.
Sethantes 23:14-17 zegt :
14. Het koninkrijk Hored was uiteengevallen en ontbonden. De geesten hielden er niet van om te werken en te leren volgens het plan van Jehovih, maar ze keerden terug naar de aardse bekoringen; en zij werden DRUJA’S genoemd, omdat zij niet naar verrijzenis verlangden.
15. En God en de Heren, en hun beambten en leraren zaten zonder onderdanen en leerlingen. En de stervelingen werden overvallen door duizenden en miljoenen druja's, zodat de ashars geen kracht hadden om goede inspiratie te verschaffen.
16. In die tijd waren er meer dan drieduizend miljoen engelen in atmosferea, en voor het grootste deel verbleven zij op de aarde.
17. Zo eindigde de eerste cyclus van de eerste hemel van de aarde
De Vuh van de tweede bijbel zegt hierover :
‘De Oahspe is zeer goed voor de algemene ontwikkeling van de ziel die naar verlichting zoekt, of de gnostische verduistering, het neutraliseren en transformeren van het verblindend licht tot nachtzicht. De wezens die dit niet wilden, en alleen maar bezig waren met het materiele werden in de Oahspe de Druks genoemd. De Druks stammen af van Kain (Druk), en zij verachten het individuele (het hermitatische) en prijzen het massale, het meelopen met de groep. De Druks hebben altijd idolen en redders, saviours, en zijn gemaakt voor de oorlog in dit frame-werk. Zij zijn dus gladiatoren voor hun idool, en voor het groeps-denken. Zij hebben een schild om hen heen wat ervoor zorgt dat zij minder vatbaar zijn voor schaamte en minder vatbaar voor spiritualiteit en esoterie. Zij zijn dus leden van de exoterie, het orthodoxe, de buitenkant. Al het materiele vleselijke is het kwaad, en is 'druks', het volgen van de meerderheid in het kwaad. Dit zijn stervelingen, de Kainieten.
Drujans zijn geesten die hier op inspelen. Zij hebben de Druks onder hun beheer. De Drujans zijn misleiders die bezig zijn hun eigen koninkrijkjes te bouwen, gebaseerd op aards genot, niet op de hogere kennis. De Oahspe zegt bijvoorbeeld dat christenen een Drujan aanbidden, een lagere god. Jezus is ook een Drujan god.
Opmerkelijk is dat ook de Oahspe het belang van de reis naar Orion beschrijft. Verder organiseert de Oahspe oorlogen om valse hellen die door de Drujan goden werden opgezet te plunderen, om gevangenen vrij te zetten die daar onschuldig vastzaten. Iets wat ook weer terugkomt in de Tweede Bijbel.’
Es
8:32 - Ik alleen zal oordelen; Mijn teken is op al degenen die oorlog voeren, of die soldaten in dienst hebben; of die forten en wapenarsenalen bezitten en dodelijke wapens gebruiken; en op allen die doden en het vlees eten van iets dat Ik levend schiep; want die allen zijn heidenen en ongelovigen in Mijn ogen.
9:20 - En het gebeurde, dat geen mens een woord of gedachte kon uiten waarin Looeamong’s aardse leergezag of zijn heerschappij werd gehekeld, zonder ten offer te vallen aan sterfelijke en engelhandlangers van deze valse Christus. Zelfs vele van deze aardse steden waren in de greep van engelen der duisternis en het kwaad.
9:21 – Maar zie, na verloop wan tijd kwamen stervelingen, geïnspireerd door de wraakzuchtige geesten, in opstand tegen Looeamong’s pausen en kardinalen, en ze protesteerden tegen het feit dat de mens het recht werd ontzegd om voor zichzelf te denken; en deze mensen noemden zich protestanten, openlijk verklarend dat er twee Christussen waren, een echte en een valse en bovendien, dat zij zelf volgelingen waren van de echte Christus.
9:22 – Toch verkeerden zij ook onder de invloed van kwade engelen, want zij begonnen hun tegenstanders eveneens te verbranden en te plunderen.
9:23 - En God voorzag, dat nu de tijd gekomen was om de westelijke staten van Europa te inspireren tot grote studie van de wetenschap en tot filosofie en tot de migratie naar het westelijk halfrond.
9:24 - Daarom stuurde God engelen om de mens te inspireren de geestelijke machten van koningen in twijfel te trekken.
9:25 - Zodoende werd Looeamong’s macht grotendeels aan banden gelegd bij het besturen van zijn verscheurde koninkrijken, terwijl Gods heilige engelen de weg volgden van de gerechte ontwikkeling voor het komende Kosmon tijdperk.
12:1 – Terwijl de hemelen van de aarde in beroering waren door de oorlog en verwachte rampen en vreemde doctrines, kwam er in Paradijs voor de troon van God, een schare van zevenduizend engelen die het slachtoffer waren geworden van de inquisities, aangezet door de valse Christus Looeamong, en ze verzochten God om een onderhoud.
12:17 - Als u dus zevenduizend engelen op een of andere vergeten en duistere plaats gebruiken kunt om u goede diensten te verlenen tegen de tirannieke en meedogenloze Looeamong, staan wij hier voor Jehovih en voor u om uw wil te doen zoals u zult gebieden.
Hen wordt dan gezegd in hoofdstuk 13 van Es :
41. Door het licht van Mijn troon wordt u op deze dag vrijgesproken van de slavernij van de aarde en de eerste verrijzenis.
42. De Stem eindigde; maar God sprak tegen zijn maarschalken en hij zei: Zorg voor een avalanza die geschikt is voor de opstijging van deze engelen die mij lief zijn en breng hen naar de velden en bossen van Attusasabak, in het Ortheon-plateau, waar ik reeds heb gezorgd voor ruim voldoende woningen voor hen.
43. En, nadat zij zijn overgebracht, geef hen graden en voorzie hen van geschikte docenten en metgezellen, zodat ze te zijner tijd kunnen opstijgen naar de geëmancipeerde koninkrijken in de etherische werelden.
Looeamong, de valse Christus, onderwierp de wereld aan zich, ook Amerika, door de indianen te vervolgen, en zo groeide deze kop van het beest boven alle andere koppen uit. Hoofdstuk 16 zegt dan :
3. Het licht van de Arc was op Gods troon gevallen. De Oriaanse hoofden van Jehovih uit de geëmancipeerde hemelen waren gekomen!
In dit alles zal Orion de mens tegemoet komen dus, door de hersenspinsels van Orion, wat een groot verschijnsel is, als vliegenplagen. Ze vernietigen het vleselijke, opdat er een verrijzenis is van het geestelijke en hemelse.
4. Paradijs was als een nieuw koninkrijk. Zo'n miljard etheriërs waren aangekomen om met God te werken bij het opruimen van de hellen in de lagere hemelen, en om te zorgen dat de poorten van de hemelen opengingen voor het verschijnen van de engelen aan de stervelingen.
9. Luister, er zijn vier grote hellen en zes kleinere hellen en veertien nog kleinere hellen, die nog altijd in deze lagere hemelen bestaan.
10. Aangezien jullie ooit in hellen gegooid zijn en naderhand werden verlost door de engelen van Jehovih, gaan jullie nu de hellen in deze lagere hemelen bevrijden. En breng de valse Hoofdgoden bij me. Mijn maarschalk zal jullie de diverse plaatsen toewijzen die ik voor jullie heb vastgesteld.
11. Daarna vertrokken de Goden en Godinnen zoals door God bepaald was, om de vierentwintig hellen in de hemelen van de aarde te verlossen. En zij brachten voor dit werk zes miljard engelwerkers met zich mee, heel bekwaam in zulke zaken.
12. En binnen tweeënveertig dagen waren de hellen verlost, afgebroken en verdwenen. En uit deze hellen werden zodoende meer dan zeventig miljard engelen bevrijd, die vervoerd werden naar de plateaus die door God, Jehovih's Zoon, voor hen waren gereedgemaakt.
13. En God had er ook in voorzien dat ze in hun nieuwe hemelse plaatsen afdelingen en
onderafdelingen hadden, met generaals, kapiteins, opzichters en nog andere beambten die nodig waren om hen ervan te weerhouden dat ze opnieuw in onontwarbare knopen en hellen terecht zouden komen.
14. Van de valse Goden en Godinnen die op deze wijze werden verlost en voor het oordeel naar God in Paradijs gebracht werden, waren er de volgende hoofdlieden: Ashtaroth, Dagon, Yotemas, Sathias, Goluth, Plutoya, Itis, Hamgad, Moak, Hoar, Baäl, Enochissa, Kabalactes, Gabriël en Looeamong. Behalve hen waren er zeventig andere valse Goden en Godinnen bevrijd, maar die werden niet voor Gods troon gebracht, aangezien ze naar ziekenhuizen waren vervoerd omdat ze chaotisch waren.
Hoofdstuk 18 zegt dan :
2. Maar, tijdens de laatste drie of vierhonderd jaar hadden veel van de hogere dienaren van deze valse Goden zich van hen afgescheiden, en ze hadden kleine hemelse koninkrijken voor zichzelf opgericht. En hun sterfelijke volgelingen werden sekten genoemd.
3. Deze bescheiden hemeltjes waren, voor het grootste deel, op de aarde gelegen en gewoonlijk verbleven deze godjes in de kerken, waar de stervelingen kwamen aanbidden.
4. En de predikanten in deze kerken raakten onder inspiratie van die rondtrekkende Goden en hun bendes van dolende geesten.
5. In Guatama werd die beïnvloeding door deze druja-Goden dermate doorgedreven, dat de stervelingen van de ene sekte vijandig kwamen te staan tegenover een andere sekte.
In deze situatie zijn we nu, dat het secte tegen secte is, afgod tegen afgod. Allemaal strijden ze om de eerste rang, voor een dubbeltje. Het antwoord staat dan in hoofdstuk 19 :
12. Ik ken geen onderscheid tussen mensen, rassen of sekten, of dogma's, of vroegere openbaringen. Alle mensen zijn Mijn mensen!
Het gaat namelijk om het hart, niet wat voor taal je spreekt, wat voor woorden je gebruikt, wat voor metaforen je gebruikt, enz. Daarom moet de dageraad van Kosmon komen, dat de mens weer globaal en internationaal leert denken en niet meer nationalistisch. Het ene ware geloof bestaat niet. Alles is een onderdeel ervan. God is overal. En God is Liefde. En Amerika wordt dan in de Oahspe beschreven als de dageraad van Kosmon. De Oahspe kwam trouwens ook uit Amerika.
11. Jehovih zei: Zend uw Parsi'e'aanse en Argos'yaanse engelen omlaag naar deze stervelingen, en door middel van inspiratie en dromen en visioenen zullen uw engelen tegen hen zeggen: Hij die zich aan de aarde hecht, zal vergeefs strijden; maar hij die rechtvaardigheid belijdt in Mijn naam, hij zal overwinnen. En miljoenen engelen daalden naar omlaag, en trachtten hen over te halen.
Wel is er dus de strijd tussen het vleselijke en het geestelijke. Wij mogen ons niet hechten aan de zonde, aan het aardse. Het mag dus geen new age festijn worden van alles is goed, lang leve de lol, we zijn allemaal een, en doe maar wat je wilt. Neen. Het gaat er dus niet om wat er uit je mond komt, welke huidskleur je hebt, etc., maar wat er uit je hart komt. Je kan dingen op verschillende manieren zeggen en de Grote geestelijkheid van de indianen gaat over de grotere context, en die wordt niet begrepen door de stadsen. Aan het einde van het boek van Es wordt er de aandacht gericht op het feit dat de mens zich meer moet bezig houden met geestelijke sport en spel, om zo los te komen van nutteloze aardse oorlogsvoering. Zo ontstaat de geboorte van het Kosmon tijdperk.
oahspe bespreking : van sabeo tot kosmon – het oorlogsonderwijs van de oahspe
We zullen beginnen met onderwijs over de oahspe, exegese.
Een heleboel mensen van de gnosis hebben niet veel op met de exegese.
Velen, ook hen die uit het christendom zijn ontsnapt, moeten niets of niet veel meer van de bijbel en soortgelijke boeken weten.
We hebben enorm veel nodige bijbelbespreking achter de rug, en zullen nu de Oahspe dus bespreken.
Vele mensen die hun toevlucht hebben gevonden in de gnosis hebben het bijbel onderwijs veracht of verwaarloosd, niet zo serieus genomen, en de ramp is niet te overzien.
Dit is een wereldwijd probleem.
‘Het enige noodzakelijk voor de triomf van het kwaad is als goede mensen niets doen,' zei Edward Burke. En als we om ons heenkijken is het kwaad vergevorderd en is het kwaad de mensheid totaal aan het insluiten. Dus wat nu ? Op de oude voet verder ? Of eens wakker worden en de handen uit de mouwen gaan steken geestelijk gezien, en je hemelse studie en werk opdracht voltooien ?
We hebben tijden gewaarschuwd dat het kwaad niet onderschat mocht worden.
Nu ligt er voor veel mensen enorme studie en werk achterstand.
Ondertussen zijn we verder gegaan, en we zijn nu aangekomen bij het Oahspe onderwijs.
Kom nogmaals tot de ark, want de vliegenplagen van Orion zijn tot de aarde gekomen,
en alleen door de hersenspinsels van Orion kan een mens hier doorheen komen.
Oahspe is een Orionse bijbel uit de jaren 1800, dus nog voordat de tweede bijbel in de jaren 1900 en 2000 verscheen.
We hebben het over een belangrijk fundament dus, een belangrijke tussenschakel.
We kennen allemaal de christelijke bijbel die duizenden jaren geleden begon te ontstaan, en waarna de mohammedaanse bijbel ontstond. We kennen ook de tweede bijbel die begon te onstaan al in de 1970-er jaren tot nu, en die nog steeds niet af is, want we zitten midden in het openbarings-proces. Echter was er ook een bijbel in de jaren 1800, genaamd de Oahspe. Het boek begint met een proloog met dezelfde naam, Oahspe. Daarin wordt gesproken dat alles mis ging met de mens toen de mens vlees ging eten. Dit was onder invloed van het beest, het ego van de mens.
‘En in die tijd verhief het beest (het ego) zich voor de mens, en sprak tot hem en zei: Neem wat u wilt, want alle dingen zijn van u en ze zijn goed voor u. En de mens gehoorzaamde het beest en er kwam oorlog op de wereld.
Het beest sprak: Denk niet dat ik ben gekomen om vrede op aarde te brengen; ik kom niet met vrede, maar met het zwaard. Ik kom de man opzetten tegen zijn vader, en de dochter tegen haar moeder. Wat u ook te eten vindt, vlees of vis, eet ervan en denk niet aan morgen. En de mens at vis en vlees en werd een vleeseter, en er kwam duisternis over hem; hij hoorde de stem van Jehovih niet meer en geloofde niet meer in Hem.’
Oahspe :6,7,9,10
Dit gebeurde in het vierde en vijfde tijdperk volgens het boek.
11. En het beest verdeelde zich in vier grote koppen en nam de hele aarde in bezit, en de mens viel neer en aanbad ze.
12. En de namen van de koppen van het beest luidden: boeddhist, christen, brahmaan en
mohammedaan, En zij verdeelden de aarde en namen elk hun deel, ze kozen soldaten en staande legers om hun aardse verheerlijking te handhaven.
13. En de brahmanen hadden 7 miljoen soldaten; de boeddhisten 20 miljoen; de christenen 7 miljoen en de mohammedanen 2 miljoen, en hun beroep was het doden van mensen. En de mens, in dienst van het beest, gaf een zesde van zijn leven en werken aan de oorlog en het handhaven van de legers, en een derde van zijn leven gaf hij aan losbandigheid en dronkenschap. Dit was het zesde tijdperk.
14. Jehovih riep tot de mens om op te houden met het kwaad, maar de mens hoorde Hem niet, Want de sluwheid van het beest (het ego) had het vlees van de mens veranderd, zodat zijn ziel als in een wolk gehuld was, en hij hield van de zonde.
We zien dat het leger van valse boeddhisten het grootst was, met 20 miljoen. Je kunt al snel met het boeddhisme de mist ingaan dat je geheel van God loskomt en jezelf gaat lopen vergoddelijken en het kruis gaat verwerpen, zoals de slang sprak tot Adam en Eva : ‘Neem van deze vrucht en gij zult als god zijn. Uw ogen zullen geopend worden. Het is allemaal goed. Gij zult niet sterven, geenszins.’ De weg tot ware hemelsheid is een veel langere weg, van zelfverloochening, van het opnemen van je kruis, komen tot een ascetisch, hongerend leven. Snelle oververlichting stond dus op de loer, een drugs die ze veel in het boeddhisme verkopen. Het is dus een groot gevecht met de valse Boeddha, waar ik vannacht overigens ook weer een droom over had. De valse Boeddha biedt de mens giftige chocola aan. Het is een clown, en hij gaat langs de scholen. Het is een oplichter die zich voordoet als een engel des lichts. Dus ben je ontkomen aan het leger van christenen, een van de koppen van het beest, dan heb je nog een gevecht te leveren met het leger van de valse Boeddha, een veel groter leger, een andere kop van het beest. Velen die uit het christendom ontsnappen komen in de greep van deze kop, en komen tot losbandigheid en dronkenschap.
We zouden daar om kunnen wenen en er hopeloos, moedeloos van kunnen worden, maar dan zegt de Oahspe, de bijbel uit de jaren 1800 :
15. Jehovih sprak tot Zijn engelen in de hemel en zei: Ga nogmaals naar de aarde, naar de mens die Ik schiep om de aarde in vreugde te bewonen, en zeg tegen hem: Dit zegt Jehovih:
16. Zie, het zevende tijdperk is op komst. Uw Schepper gebiedt u te veranderen van een
ruziezoekend, vleesetend mens in een vreedzaam, plantenetend mens. De vier koppen van het beest zullen verwijderd worden; en er zal geen oorlog meer op de aarde zijn.
17. Uw legers zullen worden ontbonden. En al wie vanaf deze tijd geen oorlog meer wil voeren, zult u niet dwingen, want het is het gebod van uw Schepper.
Wat een heerlijke belofte is dit, dat deze koppen van het beest, die ons al zolang kwellen, vermorzeld zullen worden. Dat zal gebeuren in het zevende tijdperk. Wij zien hier naar uit met reikhalzend verlangen. Onze oorlog in het vlees zal dus moeten worden tot een geestelijke oorlog tegen het beest, niet meer aan de zijde van het beest dus, maar tegen het beest, tegen het ego van de mens. Wij komen dan in een heel ander leger, in een hemels leger.
18. Ook zult u geen enkele god, heer of verlosser bezitten; maar alleen uw Schepper; Jehovih! Hem alleen zult u dienen, van nu aan tot in eeuwigheid. Ik ben toereikend voor Mijn eigen scheppingen.
Wij zullen dus alle menselijke afgoden moeten verliezen, moeten opgeven, alle gemakszucht en bezitszucht van het alles maar willen hebben en controleren en regeren. Dan staat er dus : ‘Alleen uw Schepper, Jehovih.’ Dat is een hebreeuws woord wat via het egyptisch helemaal terugloopt tot het Orions. Het is een reiziger (Ova), een nomadisch pad door de wildernis. Het is de boekkenner, zoals ook beschreven in de Donkere Oahspe, de tweede Oahspe, in de tweede bijbel (jaren 1900, 2000). Hier wordt een hemels zoonschap gegeven. In de voortijden loopt de Ova helemaal terug tot de Vuh, de hemelse oorlog, de Orionse oorlogs-strategie. Vuh is in de Orionse taal de heilige oorlog in de onderwereld, de ziel. Vuh betekent ook wijsheid en vertaling, exegese, en het is belangrijk dat er een exegese komt op de Oahspe, een schriftuitleg, om de brug tot de tweede bijbel te bouwen. Dit is dus groot geestelijk industrie terrein, zoals ook in mijn dromen. De Vuh is het Orionse oorlogsonderwijs, om los te komen van elke vleselijke, zelfzuchtige oorlog. We hebben het dan over een moeder, zoals Moeder Eva, Moeder Havah, de godin van alle levenden, als we het hebben over ‘Jehovah’. In het Hebreeuws is het een werkwoord, en om te kunnen werken moet je naar school, opgeleid worden.
19. En aan degenen die zich van de heerschappij van het beest bevrijden en dit verbond met Mij sluiten, heb Ik de grondslagen van Mijn koninkrijk op de aarde gegeven.
24. Dit boek, OAHSPE, is niet onberispelijk, maar om de stervelingen te leren hoe ze erin kunnen slagen de STEM van de SCHEPPER te horen en ZIJN HEMELEN te zien in het volle bewustzijn, terwijl ze nog op aarde leven, en naar waarheid de plaats en toestand te kennen die hen wacht na de dood.
26. Omdat dit licht dus veelomvattend is en aardse en geestelijke dingen omvat, wordt dit het begin van het KOSMON TIJDPERK genoemd. En omdat het verband houdt met aarde, hemel en het geestelijke, wordt het OAHSPE genoemd.
Er komt dus een brug tussen hemel en aarde, niet meer door het vleselijke, maar door het geestelijke, namelijk de Oahspe, in het Kosmon tijdperk. Wij mogen naar dit tijdperk uitzien en het in ons hart ontvangen.
Hoe overbruggen we dat ? Hoe komen we tot dit hogere Orionse Kosmon tijdperk ? Allereerst : Ben je wel wakker, en ben je wel waakzaam ? De Oahspe spreekt over het boek Es, de dochter van Jehovih, wat dan in principe gewoon de dochter van Vuh is, of de dochter van Havah, van Eva. De westerse christelijke bijbel heeft het nooit veel over dochters, maar meer over zonen, maar de 1800se bijbel genaamd Oahspe die toen doorkwam heeft het uitgebreid over de dochter van Jehovih, over Es dus, en zij heeft ook haar eigen boek, wat ook in de Oahspe staat. Als we het over de dochter hebben, dan hebben we het dus over grote vruchtbaarheid.
Een hemelse geschiedenis van de aarde en haar hemelen, en van etherea, vanaf vierhonderd jaar
geleden tot aan de dageraad van het Kosmon Tijdperk, zegt het boek van Es over haarzelf, dus dit is de brug die we nodig hebben, en waar we aan dienen te werken. Hierin wordt ook de strijd tegen de valse Boeddha besproken. Zij hadden Boeddha namelijk tot hun afgod gemaakt. Het staat voor allerlei geestelijke vraatzucht. Het zijn mensen die niet willen leren, die alles maar willen overslaan, en hun eigen leven willen leiden. En we hebben het al gezien : Zij brengen de dood. Daarom moesten er in het boek van Es vuurtorens komen om de schepen te leiden, want alles dobberde maar hopeloos in het rond. Ook de aarde was als een schip op weg naar het Kosmon tijdperk, en had een vuurtoren nodig. Dat is waar het boek van Es over gaat, van de dochter van Eva.
1:4. Zie, de tijd nadert waarin de volkeren van de aarde de hele aarde zullen bereizen in schepen en de zeeën en oceanen zullen oversteken, naar al de plaatsen die Ik schiep.
Komen tot Jehovih en tot zijn plaatsen is dus een beeld van het nomadische leven, het leergierige (niet noodzakelijk nieuwsgierige) progressieve leven, wat het illuminerende licht van de Oahspe is, dus geen overbelichting. Het is schemerend licht als een nachtzicht. Verschillende graden van duisternis die licht vormen, en zo behoort het ook te zijn, want na de Oahspe van 1800 moest er nog een donkere Oahspe komen van de jaren 1900 en 2000, om balans te brengen en de zogeheten Oahspe lekken te dichten, en daarom moet deze exegese er ook komen.
Hierin kan de expansie-drift, de weltpolitik, afsterven, opdat de mens nomadisch wordt, loskomt van de landbezitsdrang :
1:5. En zij die op de ene plaats gebouwd hebben, zullen niet langer zeggen: dit is ons land.
1:6. Want Ik sta niet meer toe dat de naties van de aarde zich afsluiten; geen continent apart voor één volk; geen oceaan, zee, haven of rivier voor één enkele natie of stam van mensen.
Het nationalisme moet dus plaats maken voor het globalisme en internationalisme, wat de Oahspe en de tweede bijbel ook prediken.
1:7. Zij moeten weten dat de hele aarde Mij toebehoort, en al de wateren van de aarde en de lucht van het firmament, en dat Ik het schiep voor al Mijn mensen, om het te ontvangen en ervan te genieten tot Mijn eigen heerlijkheid.
1:8. Zij moeten hun plaatsen openstellen en tegen elkaar zeggen: Welkom, mijn broeder. Overal waar Jehovih u aanmoedigde om te gaan wonen, is dat uw goed recht, en Ik zal u uw deel geven.
De hemel, het kosmon tijdperk, waarnaar we op weg zijn, begint met hemelse gastvrijheid, maar natuurlijk geen domme, roekeloze gastvrijheid, want we moeten dus WEL het beest verslaan. Het beest moeten we niet uitnodigen en welkom heten. We moeten dus altijd oppassen voor al te vriendelijke new age, en al te vriendelijk boeddhisme, want dan wordt het een stinkende bende.
Hoe gaat dit nu ?
1:9. Nu zal het gebeuren dat, zodra de verschillende naties en volken op reis gaan van het ene land
naar het andere, zij minachtend van elkaar zullen zeggen: jij heiden, jij buitenlandse wilde!
1:10. Want zij zullen oordelen met menselijke ogen en menselijk verstand en geen begrip hebben voor
de grootsheid van de plannen van Mijn verrijzenissen, die Ik voorbereidde door middel van Mijn
Goden en Godinnen.
En wat is het antwoord daarop ?
11. Zoals Ik in voorgaande tijdperken zorgdroeg voor aparte naties, zo zal Ik het in Kosmon niet doen, maar voor de hele wereld. Zoals Ik in eerdere tijdperken leiders en bevelende Goden stuurde, zo zal Ik in Kosmon geen aardse leiders sturen en ook geen God of Heer om te aanbidden.
12. Zodra de mens in grote duisternis verkeerde, zond Ik redders en verlossers naar hem toe. En Mijn redders leerden de mens door bepaalde geboden en gebeden hoe hij behoorde te leven, om
gered te worden van de zonde.
13. Maar in Kosmon zal Ik geen verlosser of aartsengel sturen met een luid klinkende trompet; want
Ik zal komen tot het verstand van de mensen door middel van het licht van Mijn wijsheid. En de
mens zal Mijn woorden vertolken terwijl Ik spreek tot zijn eigen ziel; en dat zullen zijn heilige
woorden zijn.
14. De mens zal tot Mij bidden, en tot Mij spreken op zijn eigen manier, en niet volgens de
voorschriften van een mens, priester of heilig boek, behalve het boek van Mijn scheppingen.
Het gaat dus erom dit van binnen, in het innerlijk te ontvangen. Daarom moet Kosmon wel komen. Wij zijn op het schip, de aarde, om tot Kosmon te gaan. De muur tussen dood en leven zal afgebroken worden, en de stoelen en andere objecten zullen spreken, zegt het boek, ‘en de filosofie van de mensen en de afgoderij van de Ouden zal met voeten getreden worden.’
Hemelse vrede dus door hemelse oorlog tegen het beest, het ego van de mens, de lagere menselijke natuur. ‘Dit zal een nieuw tijdperk worden, en het moet Kosmon heten, omdat het de huidige tijd en het totale verleden omvat,’ zegt het boek. ‘Dan zal Ik Mijzelf openbaren.’
1:16 Mijn hemelen zullen aan hen geopenbaard worden, zoals werd beloofd door Mijn oude profeten, en de mens zal geleerd worden hoe hij Mijn hemelen moet zien en begrijpen, door zelf te oordelen en niet volgens hetgeen een ander mens zegt dat Mijn openbaringen zijn.
Het is het totale losmaken van vleselijke banden. Het beest in de mens moet overstegen worden, beteugeld worden, getemd, bereden. Daar ligt het werk voor de mens, dus niet snel zomaar wegsloffen ervan. De vrouw die op het beest rijdt in de grondtekst van Filippenzen, en ook in Openbaring, is dus een belangrijk beeld om tot Kosmon te komen. Alleen beestenrijders zullen binnenkomen. Zij hebben met de beesten ten einde toe geworsteld en overwonnen, en hebben zich niet laten inpalmen met allerlei excuses door het beest. ‘Wir haben es nicht gewust,’ zal dus niet gaan werken aan de poorten van Kosmon.
Het beest moet doorzien worden.
‘Jehovih zei: Zodra de wereld dan'ha in Sabea nadert, zullen de naties worden bezield met nieuw licht; want Kosmon komt uit het midden. En Mijn etherische scharen zullen druk uitoefenen op het verstand van de mensen, en zij zullen al de naties en koninkrijken vervullen van nieuwe ontdekkingen en uitvindingen en geleerde boeken.’
De mens, de aarde, trekt dus door Sabea heen tot Kosmon. We zijn nu al in Sabea om dit te leren, om de hogere principes te illumineren. Illumineren betekent verluchten, niet zomaar verlichten, maar versieren, decoreren, schilderen, dus veel subtieler, en onze ziel moet illumineren in Sabea, om daar voorbereid, toegerust en bewapend te worden tot Kosmon. Daar komt veel bij kijken. Je kunt niet zomaar weglopen en er met de pet naar gooien. Je kunt niet zomaar het bijbelbeest weggooien, en je kunt de oahspe ook niet zomaar gaan weggooien. Het zijn de talen van de voorouders en om die te helpen moet je die talen leren. Dat hoort bij het shamanisme. Leer dat beest berijden en overstijgen. Illumineer het, verhelder het, oftewel houd je bezig met exegese. Er moet nog heel veel verklaard worden, geillumineerd dus. Als je niet illumineert, dan grijpt of de totale duisternis je, de overduisternis, of het totale licht, de overbelichting, en beiden zijn verblindend. Oefen dus jezelf in Sabea.